Thursday, October 24, 2019

het klimaat, de MSM en De Correspondent

Ik zal een jaar of twaalf geweest zijn, nog in de laatste klas van de CNS, de Christelijke Nationale School, of er net af. Ik was bij een vriendje aan het spelen. Ik speelde daar graag, bij ons thuis was het niet zo fijn. En ineens laat ik me ontvallen: ik wou dat het weer eens oorlog was.
De vader van mijn vriendje vroeg niet naar het waarom maar zei dat ik een stomme hond was, en dat ik nooit meer zoiets geks moest zeggen.

Maar ik was geen stomme hond. Ik voelde me heerlijk daar in die huiskamer, en ik had zojuist een vierluik over de oorlog gelezen: Reis door de Nacht van Anne de Vries.
Daar werd niet in gemarteld, er verdwenen geen vaders die nooit meer terug kwamen. Er was wel een jongen die een tijdje ergens anders moest logeren en dat was heel gezellig. Kortom, spannende jeugdboeken, zoals de Bob Evers serie.
En alles kwam goed.

Ik moest daaraan denken terwijl ik het artikel van Rutger Bregman in De Correspondent las: Belastingen omhoog, op rantsoen en bouwen, bouwen, bouwen: zo ziet mobilisatie tegen klimaatverandering eruit. Drie onderdelen:
- een grafiek die die maar niet uit zijn hoofd krijgt: de uitstoot van broeikasgassen
- zo ziet echte mobilisatie eruit
- en dan nu: de beuk erin
Tijdens lezing van dat tweede deel, zou ik de vader van mijn vriend kunnen volgen en tegen Bregman zeggen: stomme hond. Het is bijna een lofzang op de oorlog: wat een sfeertje zo onder elkaar, en iedereen de handen uit de mouwen hé.
‘k Wou dat het weer eens oorlog was.

En ik vroeg me af: heeft de redactie van De Correspondent collectief een aanval van cognitive dissonance. Want in het begin van het artikel heet het: Ze [climate deniers] bestaan nog wel, de twijfelaars, maar ze worden zo langzamerhand net zo zeldzaam als de types die vraagtekens zetten bij de dood van Elvis en Tupac.
Hoezo zeldzaam? Het Forum voor Democratie heeft, nu een half jaar geleden, bij de laatste verkiezingen meer dan één miljoen (1.000.000) stemmen gehaald.
Clintel reist door het land en trekt volle zalen, en dat zijn lang niet allemaal tegenstanders.
Eigenlijk mag je dit geen cognitive dissonance noemen, want daarbij raak je nog confuus van de tegenstelling tussen wat je gelooft en wat je ziet.
Uit niets blijkt dat De Correspondent die verkiezingsuitslag kent, of weet heeft van die avonden van Clintel.

De Correspondent is begonnen met een motto, ontleend aan Joris Luyendijk: nieuws is wat vandaag gebeurt, maar dat niet elke dag gebeurt. Wel, als goede leerling van the Guardian - deze krant heeft momenteel twee zaken much ado about nothing: Brexit en climate crisis (zoals ze het noemen) - brengen ze veel nieuws dat nog steeds geen nieuws is geweest ... over climate change.

Gebeurt er dan niets op klimaatgebied?
Wel, we hadden Al Gore, en nu hebben we Greta. Maar doemdenken is geen nieuws, onder het motto van De Correspondent: dat gebeurt elke dag, vanaf het begin der tijden.
Verder is de wetenschap druk in de weer met het klimaat. En die vertelt over haar bevindingen wel dat er kans is op climate change, en dat, als zich dat zou voordoen, dat wel eens vervelende gevolgen voor de menselijke habitat kan hebben ... maar, over het algemeen houden de wetenschappers zich toch verre van doemdenken. Het merendeel van de wetenschappers dan.
Zeggen ze. Zegt bijvoorbeeld Klimaatverandering van Bart Verheggen, waar wetenschap hand in hand gaat met doemdenken, moralisme en verkettering van andersdenkenden.

Maar, als je ze wijst op gedrag à la dat van Bregman onder de mensen - vrouwen die roepen: we’ve got to start eating babies, of de actieleider van Extinction Rebellion die zegt dat babies are already dying and will continue to die - dan wassen ze hun handen in onschuld.
Is dat wat Bregman doet in dit artikel: paniek schoppen?
Well, sort of. We hebben nog maar dertig jaar, en als we niet doen wat de Amerikanen hebben gedaan in 1940-1945 dan gaan we d’r aan.

Toen ik dat artikel begon te lezen, dacht ik: dat ga ik in detail becommentarieren. Maar daar is geen beginnen aan, daarvoor is het veel te ronkerig.
Tijdens het lezen merkte ik dat ik aan andere dingen ging denken. En ik heb het toen maar bij een paar aantekeningen gelaten:

- tijdens de lofzang op de oorlogsinspanningen (het tweede deel van zijn artikel): luister eens naar wat Howard Zinn te zeggen heeft daarover in zijn Three holy wars

- nu de beuk erin (het derde deel): waar is ons Pearl Harbor vroeg ik mij af

- als hij de productie van staal en cement ter sprake brengt: ga eens luisteren naar Bill Gates

- als hij zegt dat we ook kernenergie nodig hebben: luister nu maar naar Mike Shellenberger

- als hij zegt dat het alleen gaat lukken als we er samen in geloven: ik kon er niks aan doen, ik moest denken aan Joseph Goebbels

Zou ik hem daarop moeten wijzen? Ik mag hopen van niet. Ik neem aan dat Bregman, als historicus die ook in California heeft gestudeerd, weet heeft van Howard Zinn. Ik mag aannemen dat hij weet heeft van de zorgen van Bill Gates omdat we (nog) geen vervanging hebben voor het broodnodige staal en cement. Ik neem aan dat hij de inzichten van Mike Shellenberger kent over hoe Nederland zijn CO2-probleem kan oplossen met kernenergie.

Maar uit de tekst van zijn artikel blijkt dat niet. Hij lijkt er geen sjoege van te hebben dat we de problemen ook anders aan kunnen pakken. Dat we een samenleving hebben opgebouwd waar je niet zomaar in kunt hakken. Zeg maar een organisme waarbij je niet zomaar even een harttransplantatie kunt doen.

En toen die opschreef: het gaat alleen lukken als we er samen in geloven - zou die toen even gedacht hebben aan dat motto over nieuws? Zou die in de gaten hebben dat er een geweldige PR-machine is ingezet.
En zou die toen een Godwin moment hebben gehad: daar moeten we een tweede Joseph Goebbels voor zien te vinden.

Want daar gaat het wel om, als je oorlog in je kop hebt. En dat het oorlog is, is glashelder: the climate wars.
Pardon? Het heet wel climate wars, maar de hele wereld gaat op de schop. Honger, racisme, en bovenal: inkomensongelijheid.

Ik vrees dat Rutger Bregman niet in de gaten heeft dat de propagandemachine van het alarmisme hem in de greep heeft. Ik vrees dat de redactie van De Correspondent niet in de gaten heeft dat nieuws over climate crisis vooral nieuws is op de burelen van the Guardian - nieuws dat nog geen nieuws is, want het is nog niet gebeurd!

En dat blijkt ook wel. Want over één ding blijft Bregman oorverdovend stil: waarom wij maar dertig jaar zouden hebben.
Geen woord daarover. Geen uitleg, geen verklaring, zelfs geen tipje van de sluier. En dat is ook begrijpelijk, want de leden van werkgroep 1 van IPCC, de wetenschappers, nemen dat soort termen niet in hun mond.
Zoals Richard Linzen zeer recent zegt: De basis voor bezorgdheid is simpelweg dat modellen (die over het algemeen onbetrouwbaar zijn) suggereren dat er een probleem ‘denkbaar’ is.
Denkbaar. En die bezorgdheid wordt breed uitgevent. Dat is waar de MSM haar brood van maakt, de schoorsteen van doet roken.
Bregman hoeft van mij Lindzen niet te geloven. Maar enige relativering, of enig nadenken over “waarom dan toch die dertig jaar” zou je met kennis van deze inzichten mogen verwachten.

Ik heb Bregman, en de andere redacteuren van De Correspondent gewezen op een artikel in OpinieZ. Dat is natuurlijk vloeken in de kerk. Dat is beneden de waardigheid van De Correspondent. Dat internetmagazine is net door minister Ollongren weggezet als junk.
Maar daar was een artikel te lezen, van Alma van Hees, getiteld duistere machinaties in de klimaatkerk. En daar zit geen woord nepnieuws bij. Dat gaat over Peter Ridd, Susan Crockford en de capriolen van Michael E. Mann - allemaal nieuws dat gisteren of eergisteren gebeurde, en zich niet herhaald heeft. Nou ja, Crockford is enigszins nieuws dat de vorige dag Ridd overkomen is. Sommige nieuwswaardige dingen gebeuren een paar keer achter elkaar.
Ik heb de redactie van De Correspondent aangeraden dat artikel te lezen, en dan nog eens na te denken over het alarmisme. Ik moet aannemen dat ze dat een onzinnige raad vinden. Soit.

Ik weet één ding zeker, één ding dat ze in Duitsland al gaan voelen aankomen - waar ze de kerncentrales bijna allemaal gesloten hebben en de kolencentrales aan het sluiten zijn.
Dat ene ding is dit. Het zal niet zo heel erg lang gaan duren, voordat allerlei mensen in de wereld van media en wetenschap een ander de zwartepiet gaan toespelen als straks onze energievoorziening één grote rotzooi is geworden. Want dat is mijn alarmisme: dat met de plannen waar Rutger Bregman in dit artikel van droomt, en veel milieu”deskundigen” met hem van dromen, niet de inkomensongelijkheid wordt opgelost, maar dat een gelijke verdeling van ellende over ons allen uitgestort zal worden.

En ik denk wel eens: we hebben op de verkeerde mensen gelet. We hielden de klimatologen in de gaten. Maar de helden van Rutger Bregman zijn Naomi Klein, George Monbiot en Eric Holthaus, en Roger Hallam van Extiction Rebellion komt ook nog tevoorschijn.
Ja, dat is het, we hebben verzuimd het ecologische, of ecomodernistische denken te beteugelen. En dat zou ons wel eens behoorlijk kunnen gaan bezuren.








NB
Dit is de laatste impressie over de climate wars. Er zijn ook speldeprikje, uitgedeeld tijdens het "bestuderen" van het wel en wee van de climate wars.
Voor de eerste impressie van die climate wars zie: climate deniers
Voor het eerste speldeprikje zie: mankind stumbles from blunder to blunder










Wednesday, October 16, 2019

systemen, modellen ... en het klimaat

We maken met Hume een wandeling op een verlaten eiland, en vinden een horloge. Maar we interrumperen Hume als hij over het wel of niet bestaan van een schepper wil beginnen. Het gaat ons om heel iets anders.
We weten nog even niet wat een horloge is, maar we zien iets bewegen. We nemen het mee naar huis en proberen te achterhalen wat we gevonden hebben door het van alle kanten te bekijken. Zonder resultaat.
Maar op een morgen pakken we het weer op, en wat blijkt: er is geen beweging meer. We proberen van alles: leggen het op de hei, geven het water, doen het om de pols ... er gebeurt niets.
Dan draaien we aan een knopje, dat er iets uitsteekt, en jawel: het beweegt weer.

We komen tot de conclusie dat we een black box in onze handen hebben, met duidelijk afgebakende grenzen die één, en niet meer dan één externe invloed behoeft om te doen wat het deed sinds we het gevonden hebben.
Die externe invloed kunnen we begrijpen, want we hebben weet van de onmogelijkheid van een perpetuum mobile.

We noemen zoiets, wat in een black box past, ook wel systeem. Het begrip “systeem” is een beetje gemankeerd begrip. Een systeem veronderstelt een systematiek, systematisch handelen. Als wij, de mens, iets systeem noemen, zou dat moeten betekenen dat wij de systematiek doorgronden.
Dat is lang niet altijd zo. Als we iets zien, dat afgerond lijkt en waarbinnen zich dynamiek manifesteert, dan spreken we van systeem, soms deelsysteem.
En dat kan behoorlijk abstract worden.

Er is een paper, waaraan Chomsky in zijn hoedanigheid van linguïst meegewerkt heeft, en dat gaat over systemen die zich in onze hersenmassa bevinden - die de schrijvers van het paper zich in onze kop voorstellen. Communicatiesystemen:
- er is FLB, faculty of language in the broad sense, en dat bevat een sensory motor system en een conceptual intentional system
- er is FLN, faculty of language in the narrow sense, en dat bevat - uitsluitend! - een recursery system
Ik denk dat de black box hier niet aan te wijzen is - het kan de hersenpan niet zijn want die bevat al die systemen - en ik denk dat ook de grenzen niet af te bakenen zijn.


Mijn onderwerp is het klimaatsysteem. Dat wordt ook systeem genoemd. Direct wordt door allen die er over mee mogen praten vastgesteld dat het hier om een zeer complex en chaotisch systeem gaat.
Kan dat: een chaotisch systeem? Systeem veronderstelt systematisch handelen, dus er kan geen chaos ontstaan. Wel, we hebben afgesproken dat dat kan: de notie chaos zegt dan dat a system can be chaotic when the set of possible outcomes can be confined within a limited space. Beter gezegd iets dat oogt als een black box maar waarvan we de werking niet doorgronden, mogen we systeem noemen als de set van mogelijke uitkomsten afgebakend kan worden.

Ik denk dat we coulant zijn als we die systemen in onze hersenpan, zoals door Chomsky et al. beschreven, als zodanig accepteren - er is geen black box, en ik denk niet dat de set van mogelijke uitkomsten afgebakend kan worden.

Bij het klimaat kunnen we wel van redelijk af te bakenen uitkomsten spreken. Hoe verwoestend een orkaan ook, hoe hevig een stortbui - de Italianen spreken dan van bomba d’acqua - het is allemaal te overzien.

Maar, er spelen bij het klimaat wel andere problemen.
Allereerst is klimaat een zeer arbitrair begrip - vooral omdat we klimaten onderscheiden naar soort. Dat is logisch, want als klimaat het weer van een langere periode binnen een typische locatie aanduidt, kun je verschillende klimaten waarnemen. Daarnaast is er een groot probleem met de afbakening van de grenzen. De zon, en de stand van de aarde t.o.v. de zon speelt een rol. Geologische processen - aardsystemen genoemd - spelen een rol. De stand van de overige planeten t.o.v. de aarde, maar ook t.o.v. elkaar speelt een rol.
Bovendien geldt dat klimaat nogal wat kenmerken heeft, temperatuur, luchtdruk, neerslag, wind etc. maar het probleem van de verandering wordt opgehangen aan temperatuur.

Persoonlijk denk ik dat het geen box is die daar black ligt te wezen, meer een amorfe massa. Er zijn positive forcings en negative forcings, je hebt El Nino en La Nina, je hebt tektonische verschuivingen - kortom: voor zover het als systeem aangeduid mag worden moet het als zeer chaotisch beschouwd worden.

Een kenmerk van een systeem is, dat het cybernetisch kan zijn: dan zit er een mechanisme in het systeem, dat de set van mogelijke uitkomsten beperkt tot gewenste uitkomsten - gewenst door de ontwerper van het systeem.
Maar het klimaatsysteem kent geen ontwerper.
Toch zijn er optimistische geesten, die, in het kader van climate change, corrigerende bewegingen menen te zien die het “binnen de perken” houden. James Lovelock met name. Het is waar, sinds er leven is op aarde zijn de klimatologische omstandigheden nooit zodanig geweest dat alle leven uitgeroeid werd. Maar de vraag is of zo’n omstandigheid tot de set van mogelijke uitkomsten hoort.

Systemen kun je voorstelbaar maken middels een model. Een strak recht-toe-recht-aan schema met lijntjes en blokjes bijv. De blokken geven dan functies weer, de lijnen laten de beïnvloeding zien.
Maar er is ook een prachtig CO2-schema, waarbij IPCC-documenten de boekhouding van CO2 - dat als schuldige van de gedachte klimaatwijziging wordt beschouwd - laten zien. Het wordt boekhouding genoemd, maar de cijfers die bij de pijlen staan zijn schattingen.


Het woord climate change is een paar keer gevallen. Er zou sprake zijn van climate change als de set van dagelijkse uitkomsten er anders uit gaat zien dan bekend is vanuit de recente geschiedenis. Ook wel af te meten aan begeleidende factoren: de langdurige afwezigheid van een Elfstedentocht.
Het begrip klimaat beslaat een periode van minstens dertig jaar. Persoonlijk denk ik dat een mens klimaatwijziging niet merkbaar aan de lijve kan ondervinden. Dat zou ongeveer hetzelfde zijn als een eendagsvlieg die de overgang van seizoenen wil beschrijven.
Ik durf te stellen: Niemand heeft ooit klimaatverandering gezien. Niemand weet met welke verschijnselen klimaatverandering gepaard gaat.

Toch zijn er mensen die climate change menen waar te nemen: de climatologist community. Ook wel: de alarmisten. Sinds kort daarbij gekomen: Extinction Rebellion.
Eén groep meent daar technisch toe in staat te zijn, en daarvoor ook de middelen te hebben: de klimatologen - die hebben wetenschap in hun gereedschapskist.
De overigen, de alarmisten die om de klimatologen heen hangen kijken naar de fenomenen. Extinction Rebellion zijn doempredikers.

Die klimatologen zijn dus wetenschappelijk in de weer. Daar komt opnieuw het model om de hoek kijken, maar nu een ander model. Geen model om het systeem visueel voor te stellen, de werking er van begrijpelijk te maken.
Nee, dit zijn modellen waarmee gerekend wordt. Modellen waarin historische reeksen zijn vastgelegd, van waaruit trends zichtbaar worden gemaakt. Die historische reeksen vormen wel een probleem, want er worden nog niet zo verschrikkelijk lang objectieve metingen gedaan.
Het belangrijkste ijkpunt voor de klimatologen: de temperatuur.

Kun je met een rekenmodel de werkelijkheid van het klimaat - nogmaals: een arbitrair begrip - zodanig nabootsen dat je als eendagsvlieg een seizoensovergang kunt beschrijven?
Er is een pendant: de economische modellen. De economie is, evenals het klimaat, moeilijk grijpbaar, en bijna niet te vangen in een precies model. De economen doen het wel. We kennen de resultaten, zelden wordt er achteraf gezegd: dat hadden we precies zo voorspeld.
In dat verband is het leuk om op te merken hoe klimatologen naar economische modellen kijken. Dat gaat zo: climate modellers, all using the same agreed equations from physics, are reluctant to consider economic models as models at all; economists, it seems, can just decide to use whatever equations they prefer.

Dus, nogmaals, kun je in een rekenmodel de werkelijkheid van dat zeer complexe, en zeer chaotische systeem dat klimaat heet - terwijl er niet één klimaat is ... kun je dat systeem in een rekenmodel vangen?
Bijna alle klimatologen zeggen volmondig ja. Maar niet alle klimatologen.
Modeldeskundigen zijn daar voorzichtiger in. Eén specialist zegt er dit van: The most common definition of climate as averaged weather, is more cliché than definition. Average over what? Average in what way? Is there a function relating resulting averages to each other, or do the averages satisfy differential equations? There is not one but many divergent approaches to defining climate in terms of averages, which seem to coexist without mutual competition. The three primary approaches employ time averages, field averages, and model solution ensemble averages, respectively. Each is problematic in its own way.

De klimatologen worden steeds enthousiaster, want, zeggen ze: de modellen komen steeds meer in de buurt van de werkelijke weersontwikkeling. Dat wekt om een paar redenen bevreemding.
Iedereen is het er over eens dat een weermodel iets heel anders is dan een klimaatmodel. Vergeleken met daadwerkelijke metingen betekent: geen klimaatontwikkeling, maar het weer van de laatste 150 jaar. Daarvan hebben we reële metingen; en dan gaat het niet om een dicht netwerk (grids).


Een tweede reden is dat er een behoorlijk aantal parameters in zitten, waaronder die welke positve / negative forcings beschrijven. Hoe weet je dat de uitkomst gestuurd wordt door de juiste parameters? In andere woorden. De waarde van die parameters bepaalt de uitkomst. Hoe kom je zeker te weten dat verschillende sets aan waardes niet dezelfde uitkomst leveren.









NB
Dit is de laatste impressie over de climate wars. Er zijn ook speldeprikje, uitgedeeld tijdens het "bestuderen" van het wel en wee van de climate wars.
Voor de eerste impressie van die climate wars zie: climate deniers
Voor het eerste speldeprikje zie: mankind stumbles from blunder to blunder