Dit is een citaat uit een post van Francis Collins, wetenschapper, met als titel “Why this scientist believes in God”. De post is gepubliceerd april 2007. Het citaat is geactualiseerd doordat Cees Dekker, wetenschapper die vindt dat wetenschap gecombineerd kan/moet worden met geloof, het één dezer dagen getweet heeft met als kwalificatie “nice quote”.
Laat ik voorop stellen dat ik geen probleem heb met wetenschappers die geloven. Als ze hun wetenschappelijke arbeid uitvoeren conform de criteria die daarvoor gelden kan daar niks mis mee wezen. Zeker niet riskanter dan een socioloog die zich, gegeven zijn sociaal culturele achtergrond, zet aan het definiëren van een maatschappelijk probleem dat hoognodig onderzocht moet worden.
Wat mij wel een probleem lijkt is de ingrediënten die Collins hier met elkaar mengt, waar Dekker bewondering voor heeft: faith / reason / revelation / spirit / mind.
Revelation lijkt me hier een sleutelwoord.
De filosoof zegt: Revelation is the self-disclosure of God to humanity. Nu zijn er nogal wat redelijke mensen geweest - denkers - die iets over God hebben gezegd. Dat kan alleen uit revelation tevoorschijn komen. En die uitspraken vertonen zoveel verschillen dat je je mag afvragen: hoe betrouwbaar zijn die revelations.
Anders gezegd: wanneer is er sprake van revelation en wanneer is er sprake van illusion. Over illusion zegt de filosoof: it is impossible to distinguish a hallucination of being faced with an elephant from the state of being actually faced with an elephant.
Collins, en naar ik aanneem Dekker in zijn kielzog, gaan een revelation te lijf met reason.
Allereerst een citaat over de verhouding tussen illusion en revelation. Uit “Experimental Essays on Chuang-tzu”. Zhuang Zhu was een belangrijke filosoof die leefde tijdens de Periode van de Strijdende Staten.
“... but the spontaneous is always springing up at the center of me, thrusting me forward or dragging me back, and it is only at the periphery that I can take full control of it. Nor is it sensible to wish that it were otherwise, since raptures, aesthetic, erotic, intellectual, mystical, in which the spontaneous floods the whole of consciousness, can lift us to heights of awareness beyond our ordinary capacities. They can also delude us, of course, and the obscured line between revelation and illusion is a distinction to cling to as best one can, to be clarified by reason in retrospect or not at all.”
Een lang citaat, om ook de aard van een revelation duidelijk te maken: an aesthetic, erotic, intellectual, mystical rapture (ik kan de intellectual rapture niet goed plaatsen).
Maar het venijn zit natuurlijk in de staart: “the obscured line between revelation and illusion” en “to be clarified by reason in retrospect”.
Wie een revelation heeft gehad, en die mee naar huis neemt om daarover te berichten staat in wezen met lege handen. Er is niets concreets, er is niets meetbaar, er kan geen sprake zijn van herhaling. Maar bovenal, niemand kan ooit God kennen - daar zijn alle theologen en filosofen het over eens. Hoe dan zal degene die een revelation heeft gehad kunnen zeggen dat God zich aan hem kenbaar heeft gemaakt?
How to clarify a revelation by reason in retrospect?
Collins vat het samen met een muzikale ervaring: You have to hear the music, not just read the notes on the page.
Collins zou zich een paar dingen kunnen afvragen.
Hoe had Ludwig von Beethoven zijn Missa Solemnis of zijn 9de symfonie kunnen componeren?
Hoe was het mogelijk dat Leonard Bernstein, om maar een dwarsstraat te noemen, het orkest door een partituur kon leiden als hij die niet van te voren, liggend op de sofa, grondig had doorgenomen.
Of dit: ... in interviews, Gould would talk about the importance of learning a piece of music on paper before performing it.
NB
Deze post kreeg nog een onverwacht staartje, n.a.v. een discussie met Cees Dekker over revelation /illusion
zie: revelation or illusion ... Hitchens'razor
No comments:
Post a Comment