Wat zou dat toch zijn, met het torentje, dat sommige mensen er alles voor over hebben om daar een tijdje te mogen zitten. Onze Ronald schijnt er àlles voor over te hebben. Niet dat hij een machtswellusteling is. Welnee, daar een paar jaar te mogen zitten is op dit moment het mooiste waarvan hij denkt dat hem dat kan gebeuren.
Ooit hebben ze Helmut Schmidt gevraagd of hij het ambt van Bondskanselier met genoegen had vervuld. En dat was toch een ras politicus, en ook nog machtsbelust.
Er antwortete und sprach: Eigentlich nicht sonderlich gern, nein. Diese Aussage begründete er damit, dass das Amt des Bundeskanzlers eine sehr große Belastung vor allem für das Privatleben sei.
Maar onze Roland schijnt er ’s nachts van te dromen … of er niet van te kunnen slapen.
En nu heeft ie er zelfs een excuusbriefje voor over gehad.
Een kattebelletje noemt Trouw dat denigrerend. Nota bene een serieuze bijdrage om het land te redden van een sociaal links groen kabinet.
Het is niet dat ik het Ronald niet gun. Als er één is die ik er graag zou zien zitten dan is hij het wel.
Ik ben nu zeer egoïstisch en denk dan mee te mogen maken dat het klimaatbeleid langzaam maar zeker in elkaar zal storten.
Moet toch kunnen. Die kop, dat is toch een heuse staatsmankop!
update 1:
Er valt alvast één opmerkelijke tegenstelling te constateren: VVD-jongeren willen niet met Wilders, de NSC-jongeren zien Wilders wel zitten, maar hebben grote problemen met Plasterk. Het kan verkeren, zei Bredero al.
Niet veel later wordt bekend dat ook de VVD-jongeren Plasterk niet zien zitten.
Dit alles om Pieter een hart onder de riem te steken? Of willen de jongeren het signaal afgeven, aan alle vier de fractieleiders: wel samen met de man van die kopvoddentaks, en het minder minder; niet met een sociaal-democraat?
update 2:
Dat gaat Wilders toch niet toestaan?
Gisteravond (vrijdag) hebben Omtzigt en Plasterk met elkaar gesproken. Na afloop waren beiden onbereikbaar voor commentaar. Dat belooft niet veel goeds. Maar Omtzigt die opnieuw Wilders mag dwarsbomen?
Ik heb die Omtzigt nooit zien zitten, maar zo langzamerhand wordt het een klein, dreinerig kind.
Vroeger zongen we, met Wim Kan: waar we heen gaan, Jelle zal wel zien.
Misschien dat we straks zingen: waar we heen gaan, Ronald zal wel zien.
Maar voorlopig is ’t nog: waar dat heen gaat moet Ronald eerst nog zien …
Ik ben meer dan gemiddeld nieuwsgierig – zeg maar: zeer, zeer benieuwd.
(wordt vervolgd/aangevuld)