Tuesday, December 17, 2013

gekanker over statistieken

Ik heb op deze plaats gereageerd op een bericht in de Volkskrant over de slechte resultaten in de behandeling van kankerpatiënten in NL; naar mijn idee een prima voorbeeld van more given to expressing its first prejudices than its second thoughts (Wyndham).

Op dat artikel reageert een dermatoloog, Frans Rampen: ja, zegt hij, dat is waar, en het ligt aan de huisarts.
Ik ga daar verder niet op in, hij neemt hier en daar nogal wat aan, i.p.v. de vereiste deskresearch te doen. (Volgens mij is hij als specialist meer bezig met de hinderpaal huisarts tussen hem en zijn potentiele patiënten.)

Ik neem een statistiek van hem bij de kladden: vooral op het gebied van maagkanker scoren wij ondermaats.

Dat is waar.
De vraag is: waar hebben we het dan over.

Ik constateerde al dat we in de pas lopen met andere landen op het gebied van de ernstigste levensbedreigers, darm- en longkanker; het gaat dan om zo’n 15.000 sterfgevallen per jaar.
Bij maagkanker spreken we vandaag de dag over zo’n 1400 sterfgevallen. Nogal een verschil, zou ik zeggen. En, zoals een specialist uit Nijmegen ons liet weten, dat cijfer is inderdaad met meer dan 10% verbeterd in de jaren na het onderzoek.

Nogmaals: waar hebben we het over?
Op het jaarcongres 2013 van het Dutch Institute for Clinical Auditing, een stichting die methodes ontwikkelt om de kwaliteit van behandeling in ziekenhuizen te meten, kwamen de volgende cijfers aan de orde.
Behandeling aan maagkanker komt 470 keer per jaar voor in NL.
In het naburig buitenland sterft 4% binnen dertig dagen na de behandeling, in NL is dat 7%. In NL sterven dus 14 mensen te vlug na behandeling voor maagkanker.
In het naburig buitenland leeft 24% vijf jaar na de behandeling, in NL 18%: in ons land sterven dus nog eens 14 mensen, over een periode van 5 jaar gemeten, te vroeg aan maagkanker.

’t Is godgeklaagd. Het zijn cijfers om je kapot voor te schamen.
NB1 U moet weten: in NL overlijden er maar zo’n schamele 140.000 mensen per jaar!
NB2 Er staat niet bij hoe veel langer die 28 kankerpatiënten in het buitenland geleefd hebben.

En een mens blijft vooral met een hoop onbegrip achter.
Waarom hebben onze politici en pundits het steeds maar weer over de te hoge kosten van de gezondheidszorg, als ze dit een schandaal vinden?
Waarom klagen die lui in het buitenland eigenlijk nog als ze het over hun eigen gezondheidszorg hebben?

Sunday, December 15, 2013

het menselijke kleine

Desmond Tutu, bisschop, strijder tegen apartheid, Nobelprijswinnaar, heeft laten weten dat hij niet naar de begrafenis van zijn vriend, van wie hij zoveel hield, zal gaan. Hij was graag gekomen, maar hij is niet uitgenodigd. En hij vindt het respectloos om ongevraagd zijn gezicht te laten zien.

Ik weet niet wat daar respectloos aan is. Je vriend voor wie je veel respect hebt gaat dood. Die verstuurt zelf de uitnodigingen niet.

Ik weet ook niet of het wel van respect getuigt om dat te laten weten.

Verder weet ik niet wat ik er van moet denken, behalve dan dat het me ineens doet denken aan Tony Blair; die wilde een vooraanstaande plek bij de begrafenisrituelen rondom de Queen Mother.
Ik heb er trouwens ook niks mee te maken.

Het opmerkelijke voor mij is dit.
Dat ene nootje in het slotakkoord van die daverende lofzang na het overlijden van Nelson Mandela is geen dissonant. Het maakt alleen maar duidelijk dat we het allemaal in ons hebben - groot en klein: dat menselijke kleine.

Friday, December 13, 2013

kerststress

De NRC probeert het steeds opnieuw. Het mag dan een gekleurde blauwhelm zijn die hier de lieve vrede rondom Sinterklaas wil verstoren, maar het is toch onze eigenste NRC die ons het kerstfeest af wil pakken. Steeds weten ze weer een schrijfster te vinden die ons een opiniestuk voorlegt waarin gesuggereerd wordt dat Kerst vanwege de stress beter maar niet gevierd kan worden. Zo was daar een paar jaar geleden Heleen Crul, columniste bij o.a. Margriet, die een stressfactor zag in grootouders die, gescheiden en dus met nieuwe partner, juist dan en altijd op hetzelfde moment langs wilden komen. En dit jaar hebben we de schrijfster Sofie Roozendaal, columniste bij o.a. Mijn Geheim, die het met haar hele familie aan de stok heeft - of daarmee niet aan de stok wil krijgen tijdens de kerstdagen.

Het kan toch niet aan de werkplek van de dames liggen: de blauwhelmen van de UNO zijn er toch om vrede te brengen, Margriet en Mijn Geheim zijn juist verzot op die momenten waarop warme sfeer gemaakt kan worden.

Bij ons thuis, mijn eerste thuis, daar waar ik opgegroeid ben, hebben we nooit last van kerststress gehad. Maar ja, ìk kom dan ook uit een rare familie.

Mijn oma, al jong weduwe, miste haar man lichamelijk zo, dat ze het deed met de bok. Ze noemde het beest zelfs Johan, naar mijn allang door de wormen opgevreten opa. Ze zei ook nog lieve woordjes tegen hem.
Maar mijn vader was onverbiddelijk. Als hij haar uitnodigde voor het kerstmaal en zij hem vroeg of Johan mee mocht komen zei hij altijd: die geit komt niet aan tafel. Trouwens ook niet op tafel, veel te taai, voegde hij er aan toe.
Als mijn vader het vlees aansneed, wilde het grapje op de kerstavond nog wel eens terugkomen. Oma glimlachte dan wat naar ons.
Maar niks geen stress.

De broer van mijn moeder was zijn leven lang vrijgezel. Als oudste zoon moet hij sprekend zijn vader zijn geweest, mijn andere opa die ik nooit heb gekend. Een opa die nooit vies was van een lekkere meid, ging het verhaal in ons dorp. En aartken naar zijn vaârken, zoals de Vlaming zegt, zodat mijn vader, als hij hem voor het kerstmaal uitnodigde, er steevast aan toevoegde: en je mag die meid van je, wie dan ook, best meenemen.
Dat was de enige spanning die wij kenden met kerst - vooraf: wie zou er met oom mee komen. En als hij dan weer alleen kwam, en mijn vader sneerde wat, dan knipoogde hij zo veelbetekenend naar mijn oma, dat ik wist: oooh, dat bedoelen ze als ze het over de bok hebben!
Maar niks geen stress.

Mijn devote tante, die wilde nog wel eens voor stress zorgen. Wij aten met kerst altijd spruitjes, door mijn vader zelf geteeld. Enig jaar waren ze lekkerder dan ooit. Iemand zei: man, man, wat zijn die spruitjes lekker. Ja, zei mijn vader, nooit te beroerd om een compliment te verzilveren, ‘k heb ze vertroeteld.
Nee, zei mijn tante, voor wie Kerst met een hoofdletter geschreven moest worden, dat doet de Almachtige, wiens Zoons geboorte wij nu vieren. Eere zij God in den Hooge.
Nou, zei mijn vader, als ik het onkruid niet had gewied en als ik er geen water ...
Mijn tante rechtte haar rug en daar kwam heel die vraag en antwoord uit Heidelberg dat door de voorzienigheid Gods, die almachtige en alom tegenwoordige kracht ... regen en droogte en alle dingen niet bij geval, maar van zijn vaderlijke hand ons toekomen.
Mijn vader zei: als jij dan voortaan de spruitjes die God zelf heeft doen groeien meeneemt en opeet, dan eten wij mijn spruitjes.
De enige stress die wij gekend hebben - stress postnatale zou je dat op z’n Italiaans kunnen noemen: mijn moeder, het grote zusje van mijn tante, heeft mijn vader een paar dagen niet aangekeken.

Monday, December 9, 2013

erfzonde

Over dat Calvinistische leerstuk, dat mij met de paplepel is ingegoten, heb ik al heel lang zo mijn eigen mening: allemaal flauwe kul. Maar sinds vanmorgen vrees ik dat ik dat inzicht bij zal moeten stellen.

Al enige tijd geleden is mijn trouwe viervoeter Barone dood gegaan. Het was een lief beest, en het heeft me wel enige traantjes gekost. Maar hier geldt heel simpel de troost van Wim Sonneveld: voor je het weet zijn er al weer nieuwe gebakken.

Ik heb nu een ander hondje. Weer uit het asiel. Het is een beweeglijk beestje. Het is ook een lief beestje. Affettuoso, zoals ze hier in Italia zeggen. Geen waakhond dus. Het liefst doet hij het hek open, ook voor hen die hier niets te zoeken hebben.
Ik noem hem Trovaglio.

Het beestje wil zich vooral graag buiten zijn - lees: mijn - domein bewegen.
Evenals Barone betekent dat: op bezoek bij Vittorio, de schaapherder. Die heeft drie honden, dat is aangenaam gezelschap. Een van die honden komt ook af en toe bij mij buurten.
Maar, Barone kwam altijd terug. Soms moest ik hem halen, maar dan wist ik zeker waar ik hem kon vinden.
Dat gaat niet zo bij Trovaglio. Eerst kon ik hem los laten lopen als we gingen stappen; nu niet meer, dan gaat ie zelf op stap, altijd een beetje harder lopend dan ik. En hij bepaalt de weg. Dus nu gaat hij aan de riem.
Eerst kon ik hem nog rustig naar de schaapherder laten gaan. Niet dat hij uit zichzelf terugkwam, maar als ik hem ging halen liet hij zich pakken, al moest daar soms list en bedrog aan te pas komen. Niet dat ik hem moest halen: het hondje vond het prima bij Vittorio, en deze man had er geen last van.
Af en toe kwam Trovaglio kijken of er bij mij ook wat te eten was. Ook ik had daar geen problemen mee. Het is een zwervertje en als hij zo gelukkig is, mij best.

Dat is nu ook afgelopen. Hij kwam niet meer terug en hij bleef niet op het terrein van de schaapherder. Hij trok de wijde wereld in. En zo werd ik op een dag gebeld door een ambtenaar die over zwerfhonden gaat. Helemaal uit Torrita di Siena. Ik weet niet hoeveel het hemelsbreed is, maar met de auto zijn het heel wat kilometers vanaf mijn huis.

Zoals gezegd, van mij mag hij zwerven. Ik hou er niet van honden op te sluiten. Maar als hij vrij rondloopt kan hij ongelukken veroorzaken, of mensen schade berokkenen. En Italiaanse honden hebben een chip, zo weten ze mij altijd te vinden.
Dus heb ik mijn omheining flink opgehoogd. Maar, zoals mijn Engelse vrienden zeggen: what a monkey. In no time was hij weer verdwenen. Vanaf dat moment ging hij ook binnen de omheining aan de lijn.
Inmiddels heeft hij van ons de bijnaam Houdini gekregen. Hij is weer over het hek geklommen. Hij moet zichzelf daarbij haast opgeknoopt hebben. Hij zal gebungeld hebben, aan de lijn die hem in de tuin moest houden. Maar, met zijn niet al te dikke kop is hij aan de wurgdood in zijn eigen halsband, en aan het hem opgelegde tuinarrest, ontsnapt.

Nu ligt hij vast in een tuigje.
En we lopen nooit meer ieder zelfstandig onze wandeling.
Daar wordt Trovaglio heel treurig van.
Ik ook. Het voelt alsof ik hem een dwangbuis aangedaan heb. En dat is helemaal niet mijn stijl.

En zo hoorde ik mijzelf vanmorgen tegen hem praten - in het Hollands; Barone sprak Italiaans en Engels, en ook nog Duits en een beetje Hollands, maar Trovaglio is niet voor rede vatbaar.
Luister Trovaglio, zei ik, toen hij tijdens onze wandeling weer vreselijk aan zijn riem trok, ik had het graag anders gezien, maar ’t is je eigen schuld. Van mij mag je los lopen, van mij mag je los in de tuin, van mij mag je zelfs naar de schaapherder. Maar jij weet geen maat te houden. Jij gaat je eigen gang en je trekt je nergens wat van aan. En dus moet baasje jou vast binden. Eigen schuld, dikke bult. Dat vind je niet leuk, ik weet het. De baas wordt er zelf ook een beetje verdrietig van, maar ...

Terwijl ik mezelf zo hoor praten, denk ik: wie voert hier het woord?
‘k Had niet veel bedenktijd nodig voordat ik in de gaten had wie ik daar aan het na-apen was.
Mijn vader.
De dominee.
Calvijn.
God zelf wellicht ook nog?

Zo ongeveer moet het raadsel van de voorbeschikte genade uitgelegd worden: dat je verloren wilt gaan is je eigen schuld Trovaglio, dat ik mij nog steeds jouw lot aantrek is pure goedertierenheid.

Thursday, December 5, 2013

krantenkoppen

de Volkskrant komt vandaag met de kop Kankersterfte in Nederland veel hoger dan in buurlanden. Zo, daar kan de huidige generatie klagers weer een tijdje mee vooruit als het leefklimaat in NL op de ontelbare internetfora of op verjaardagsfeestjes aan de kaak gesteld moet worden.

Is de kop terecht?
Ik denk het niet.
Ik bedoel niet dat er altijd wel mensen terechte vraagtekens weten te plaatsen als succesjes of achterlijkheden worden gemeld. Nee, de schrijver van het artikel weet zelf al dat er grote vraagtekens bij geplaatst moeten worden ... en laat die vraagtekens ook zien.

Wat telt de statistiek: hoe lang mensen die aan kanker zijn overleden hebben geleefd nadat de diagnose is gesteld.
De conclusie (van een Rotterdamse hoogleraar): behalve bij, longkanker en darmkanker doen we het veel slechter.

De eigenlijke conclusie van het rapport was dat NL boven het Europese gemiddelde scoort, maar onze hoogleraar wil alleen naar buurlanden kijken, omdat het gemiddelde negatief beïnvloed wordt door de Oost-Europese landen!
En als we ons beperken tot de buurlanden lopen we alleen in de pas bij long- en darmkanker.

Als je Feyenoord bent wil je niet horen dat je beter bent dan SC Cambuur, dat is waar. Feyenoord en Koeman zijn daar niet mee getroost, die willen beter zijn dan Ajax en De Boer.
Moet dat ook gelden bij zulke onvergelijkbare complexen als de gezondheidszorg, waar zoveel, ook onbekende, factoren van invloed zijn?

De Rotterdamse hoogleraar noemt zelf het moment waarop we naar de dokter gaan als een factor die van invloed kan zijn. Zijn vakgebied is evaluatie van de gezondheidszorg, dus ik mag aannemen dat dit een reële factor is.

Zijn we er slecht aan toe?
Eigenlijk hebben we drie buurlanden: Duitsland, België en Engeland. Wat blijkt, in Engeland is de situatie nog “slechter” dan in NL. Maar Oostenrijk telt ook als buurland: daar ligt bij nierkanker het aantal overlevenden 5 jaar na de diagnose 20% hoger dan in NL. Ik neem aan dat Denemarken dan ook als buurland mag worden gezien: en daar doen ze het ook weer slechter dan bij ons.

Een Nijmeegse deskundige is door de krant - vooraf! - om commentaar gevraagd op de opvattingen van zijn collega.
Allereerst constateert hij dat de cijfers oud zijn - het gaat om de jaren 2000 tot en met 2007. In de laatste jaren is er wel het een en ander verbeterd, en in de levensverwachting vooruitgang geboekt.
Verder wijst hij er op dat wij een uitstekend registratiesysteem hebben, en dat bij ons echt alles in de cijfers zit.
Ik denk dat dit wel een valide argument kan zijn als je naar sommige van de buurlanden kijkt (mijn eigen Italia bijv.). Maar ik neem ook aan dat Duitsland, met hun spreekwoordelijke gründlichkeit, en Zweden niet voor ons onder doen.
Desalniettemin, het is een kanttekening.

Ik heb zelf ook nog wel een paar vraagtekens.

Bij darmkanker en longkanker lopen we in de pas. Dat zijn nu ook precies de meest voorkomende bij de sterfgevallen-: sterftecijfers vier (4!) of meer keer zo groot als bij welke andere kankersoort dan ook. Ofwel, bij de ernstigste bedreigers van ons leven doen we het net zo goed als de rest.

Maar, er is nog een belangrijker afweging.
In NL denken we al heel lang na over regelgeving rondom euthanasie. Niet omdat we dat denken zo interessant vonden, maar omdat dat gegeven de praktijk hard nodig was. Nl heeft als een van de weinige landen (de andere zijn België, Luxemburg en Zwitserland) wetgeving op het gebied van euthanasie. In veel landen, waaronder onze andere buurlanden is het niet geregeld, en meestal strafbaar.
In het verlengde daarvan moet goed begrepen worden dat wij als volk de kwaliteit van leven boven de duur van leven stellen als zich slopende ziektes aandienen, en daar worden niet zelden consequenties aan verbonden.

Dit soort onderzoeken zegt natuurlijk best wel iets. Maar of het bruikbaar is voor harde conclusies m.b.t. de herkenning en behandeling van onze patiënten, bevolkingsonderzoek geneesmiddelen bestraling operatie, is zeer de vraag.

Een interpretatie van die verschillen is lastig, zegt de Rotterdamse hoogleraar zelf. Maar, ons toch al zo overbezorgde volkje is met deze misplaatste kop van de Volkskrant weer helemaal bijgepraat: in dit landje moet je niet met kanker in het ziekenhuis terecht komen.

Saturday, November 30, 2013

de Myrapas

Het is bijna 5 december en ik weet nog steeds niet of ik nu wel met goed fatsoen Sinterklaas kan vieren. Op m’n dooie eentje, dat wel, want ik woon hier vrij geïsoleerd op een heuvel, omringd door mannen met mijters maar weinig of geen zwarte medemens in de buurt - dus ik kan niemand pijn doen.

Niet dat ik ooit discriminerende gedachten heb gehad, noch vanwege Sinterklaas, noch vanwege andere nationale gebeurtenissen. Dus mevrouw Verene Shepherd hoeft niets voor mij te regelen, zoals ik graag een heleboel regelaars uit mijn buurt houd.

Nederland stond wel op zijn achterste poten zeg. Maxima zei ooit dat de NL-er niet bestaat. Nou, de NL-er was boos, of op z’n teentjes getrapt, of op zijn minst opgewonden. Wij zijn heeeeelemaal niet racistisch!

Laten we dat laatste even recht zetten.
Wanneer in een land een parlementslid kopvoddentax roept en daarbij refereert aan hoofdbedekking van mensen die van de overkant van de Middellandse zee komen of vanachter de Bosporus, dan beledigt hij een ras. ’t Is weliswaar niet zwart, en 't heeft ook geen spleetoogjes, maar ’t is duidelijk een ras. En als dan niemand opspringt of ingrijpt, en nauwelijks een jaar later deze man een regering NL met gedoogsteun overeind mag houden en daarvoor gezag toegedicht en met respect bejegend wordt - alles dankzij een daverende winst bij de verkiezingen, naar grootte de derde partij van NL - dan hoeft heel NL mij niks meer wijs te maken.
Een racistisch volkje dus.

Maar goed, weg van de zwarte Piet, terug naar Sinterklaas.

Lang geleden heb ik zelf voor Sinterklaas mogen spelen.
Ons clubhuis was een tijdje daarvoor afgebrand, en rond 5 december begon de wederopbouw. In de hoedanigheid van Sinterklaas mocht ik die dag de eerste steen leggen. Als verrassing kon ik als een heuse Sint een cheque aanbieden - ik had mijn internationale werkgever zover weten te kregen dat deze een binnen de landsgrenzen nauwelijks bekende hockeyvereniging wilde “sponsoren” - een eenmalige bijdrage uiteraard.
Als Sint heb ik toen geen beroep op knechten gedaan. Ik kwam dus niet vergezeld van Zwarte Pieten het sportterrein op rijden. Dat ging niet gepaard met edele, tegen het racisme gerichte motieven: Ik vond dat ik het wel alleen afkon.
Wel had ik een pop bij me, die ik daar op de nog aanwezige puinhopen van het oude clubhuis heb gegooid. De symboliek was duidelijk: Het zielloze wezen dat ik daar zo achteloos rondslingerde zou vanuit de as herrijzen, daarbij het clubhuis met zich meetrekkend en de vereniging opnieuw tot grote hoogten voerend.

En jawel, je kunt heel goed Sinterklaas spelen, zonder dat er een Zwarte Piet in de buurt is - dus het lijkt een nutteloos verschijnsel.
Is dat nu bevestigend voor het oordeel van die VN-mevrouw?
Verder moet ik bekennen dat die pop in mijn armen bedoelde een knecht voor te stellen en, nu ik de foto’s van deze zo merkwaardige Sinterklaasverschijning nog eens bekijk, dat die pop wel degelijk zwart was.
O jee, wat betekent dat nou weer?

Zoveel is duidelijk: het is kennelijk moeilijk Zwarte Piet ver van je bed te houden als je met Sinterklaas bezig bent. Maar misschien is er een oplossing voor zowel het een, Zwarte Piet, als het ander, racistische vooroordelen.

De oplossing voor Zwarte Piet is eigenlijk simpel.
Sinterklaas komt uit Myra. Dat ligt in Turkije. Dus als we voortaan Sinterklaas laten spelen door een Turk die er ook als Turk uitziet en met een zwaar Turks accent spreekt, dan is de Zwarte Piet kwestie al een beetje opzij gedrukt.
Als we de goedheiligman dan ook nog laten omringen door knechten, representatief voor de bevolking NL, dan hebben we veel witte knechten, die verplicht zijn door hun praat duidelijk te maken dat ze uit de klei getrokken zijn. Uiteraard is een enkele Marokkaanse of Ghanese jongere zeer welkom als knecht (al ben ik bang dat die daar geen zin in hebben), en dan is Zwarte Piet helemaal naar de achtergrond verdreven.

Nu nog het racisme.
Ik stel voor dat we ieder jaar tegen Sinterklaas een klein onderzoekje houden: staan mensen in de juiste stand om Sinterklaas te vieren: vol nobele gevoelens voor iedere medemens, ongeacht of die uit NL komt, ongeacht of het een blanke is of dat die persoon andere kenmerken heeft. Het onderzoek leidt tot de diagnose: wel of niet geschikt om Sinterklaas te vieren - en daarmee tot het verkrijgen van een Myrapas.
Die Myrapas maakt dat je aan Sinterklaas mag doen, zoals je met een viskaart mag vissen. Maar het niet hebben van die Myrapas betekent ook dat je gedurende de voorpretdagen niet in warenhuizen wordt toegelaten. Ook niet bij de kruidenier, je kan dus ook geen chocoladeletter kopen.

Voor het verkrijgen van die pas moet iedere NL-er een paar vragen beantwoorden, waarvan er één heel belangrijk is, een soort sjibbolet: als Sinterklaas na 5 december zo gauw mogelijk opsodemietert naar Turkije, daarbij al z’n niet-NL knechten in de zak meenemend, waarbij ook andere NL-ers die hier niet echt thuishoren, zoals kutmarokkaantjes en luie Surinamers, op de boot worden gezet - zou dat voor U de ideale Sinterklaassurprise zijn? Uiteraard is het hele onderzoek belangrijk, maar wie deze vraag met “Ja” beantwoord is hoe dan ook uitgesloten van het goedheilgmanfeest, die krijgt geen Myrapas.

Zo’n onderzoek heeft verschillende voordelen.
Zoiets organiseren is natuurlijk geen kattepis, dus rondom deze feestdagen hebben we een laag werkloosheidspercentage met een heleboel NL-ers aan het werk, zodat Sinterklaas nationaal voor een goed gevoel zorgt.
Uiteraard is het goed voor de staatsfinanciën, want evenals een viskaart moet de Myrapas duur betaald worden.
Daarnaast zal blijken dat er veel minder PVV-ers zijn dan gedacht, want als de laatste dagen één ding duidelijk is geworden dan is het wel dat niemand zich zijn Sinterklaasfeest af laat pakken - nou ja, de vraagstelling van die belangrijke vraag is misschien wel een beetje te ingewikkeld voor dat slag mensen - ze stemmen NEE, maar hun antwoord had JA moeten zijn - waardoor onbedoeld een aantal toch nog binnen de boot blijven.

U denkt dat het oncontroleerbaar is?
Daar huren we de NSA voor in. Rondom deze tijd houden ze speciaal alle computers NL in de gaten. Zodra er ergens op een PC een Sinterklaasrijmpje wordt gemaakt, of anderszins Sinterklaas genoemd wordt, wordt in een ander Burgerlijke Stand bestand nagekeken of er een Myrapas is uitgereikt aan die persoon. Zo niet, dan wordt Justitie ingeschakeld.

Monday, November 11, 2013

neurolaw

Zou Jansen Steur zich voor de rechtbank mogen beroepen op een via een hersenscan gestelde diagnose dat zijn brein verantwoordelijk is voor zijn wangedrag? Ik doel nu op verduistering en valsheid in geschrifte. Zelf zei hij daarover in een interview met NRC: “Dat is jatten. Om niks. Ik had het helemaal niet nodig. Het is wezensvreemd, afwijkend gedrag.”

In The Guardian van Zondag 10 november jl. wordt gesproken over neurolaw. Onder de kop US courts see rise in defendants blaming their brains for criminal acts wordt verslag gedaan van een bezoek van Nita Farahany, hoogleraar recht en lid van Obama’s commissie voor bio-ethiek aan een congres van een Society of Neuroscience. Ze zet vraagtekens bij een zijtak van de neurologie en het recht, waarbij de advocaten van hen die terecht staan voor zwaardere criminele delicten een beroep doen op “overmacht” vanwege een afwijking in de hersenen. De afwijking die verantwoordelijk zou zijn voor het deviante gedrag zou dan aangetoond moeten kunnen worden a.d.h.v. een MRI-scan van de hersenen. De krant schrijft het nogal stevig op als het spreekt van argumenten relying on questionable scans and other controversial, unproven neuroscience, maar dat is precies het vraagteken van Obama’s adviseur.

Het gaat niet nergens over. Inmiddels heeft ze een analyse gemaakt van meer dan 1500 judical opinions, het sluitstuk van een rechtsprocedure USA, van de afgelopen jaren: in 2005 werden in 30 gevallen neurologen als getuige-deskundige geraadpleegd, in 2012 is dat aantal opgelopen tot 100. (Als extrapolatie is toegestaan betekent dat dat in een derde van de gevallen de verdediging een niet goed functionerend brein als argument ter verzachting / rechtvaardiging / ontlasting inbrengt.)
En niet alleen in de United States, ook in het United Kingdom, en recent in België.

Nu heb ik er persoonlijk nooit aan getwijfeld dat het brein van hen die misdaden plegen niet goed functioneert. Misschien beter te zeggen: anders functioneert dan bij de norm - dat is, de normale zich netjes naar de wet en beschavingsregels gedragende leden van het menselijk ras. Daar heb je geen neuroloog voor nodig.

Maar het probleem graaft iets dieper. De vraag is (nog) niet zo zeer: mag je dit als argument aanvoeren - nee, de eerste vraag moet zijn: kan de neurologie daar met recht en zekerheid uitspraak over doen. En daar zit’m de kneep. Veel neurologen vinden dat de neurologie in dit geval een veel te grote broek aantrekt. In USA zegt een hoogleraar recht en ethiek psychiatrie het zo: "You can't leap from a dynamic brain scan to notions of responsibility." Ook elders worden er vraagtekens bij gezet.

Ook in NL. De verdediger van Jansen Steur maakt zich geen zorgen over verkeerde/onzorgvuldige diagnoses; er zouden veel argumenten zijn dat deze juist heel zorgvuldig tot stand zijn gekomen. Dat is tekenend voor het wereldje waar je naar kijkt: net zo hoog op het paard, en evenveel hoofdschudders als bij de klimaatdiscussie. Sommige neurologen zijn daar in de media heel open over geweest: je mag je afvragen of Jansen Steur met het aantal verkeerde diagnoses afwijkt van de norm.

Frank van Gaal, dat is de verdediger, krijgt wel hoofdpijn van de rest van de aanklacht - dat ziet er somber uit voor zijn cliënt. Wellicht een goed idee voor de verdediging om op dat punt een hersenscan te vragen die, inderdaad, concludeert tot de diagnose die Jansen Steur van zichzelf gesteld heeft: wezensvreemd, afwijkend gedrag. Niet ondenkbaar dat de rechter dan tot de conclusie komt: hier kan de man zelf niet verantwoordelijk voor worden gesteld, dit is de schuld van een defect in de hersenpan van Jansen - en besluit tot vrijspraak.

Dit gaat uiteraard over de vrije wil.
Dick Swaab is er uit: die bestaat niet.
Ik heb dat anders opgelost. Het is daar boven in ons brein allemaal een prefixed weefsel van vaten en bloed. Dat gedraagt zich zoals het zich gedragen moet. Ik ben het daarom eens met Swaab.
Maar als zo’n hersenkluwen tegenover mij staat, vrouwelijk of mannelijk, dan weet ik: een mislukte robot. Maar, erger dan een blindganger, een ongeleid projectiel. Volkomen onvoorspelbaar. Dat noemen we wel een eigen willetje. En de enige die daarvoor verantwoordelijk moet worden gehouden.