Thus, the functional explanation of the polar bear's whiteness does not refer to the future camouflaging of the bears, but to the fact that their past camouflaging led to the natural selection of their whiteness.Simpel, niet waar? Zo simpel dat je het zelf zou kunnen verzinnen. Maar pas op, er zit meer aan vast.
Dit komt niet uit een populair wetenschappelijk werkje, nee, ik citeer nu David Papineau - een Engelse filosoof die Philosophy of Science doet aan King's College London - uit een inleidende notitie over philosophical problems of biology. En, voordat deze zin staat, is het eerst iets anders geformuleerd, als een teleologisch argument van het intrinsieke type: [these explanations] ... seem to explain items (whiteness) in terms of their consequences (the camouflaging).
Maar, zo kun je natuurlijk geen wetenschap bedrijven, oorzaak en gevolg omkeren, dan wel tot een functionele analyse omsmeden. Daarom, zegt David, most contemporary philosophers of biology hold that functional explanations in biology are in fact disguised causal explanations which explain biological traits not by looking forward to future beneficial results but by looking backwards to the past evolutional histories in which such results led to the natural selection of the traits in question. En vandaar Thus ...
Die ijsbeer wordt er niet minder wit van, maar het oogt logischer.
Is dat zo?
Let op: most contemporary philosophers.
Ten eerste, de vacht van de ijsbeer is, naast dat ie ook nogal eens vuil is, eigenlijk niet wit. De haren zijn doorzichtige holle buisjes, die het invallende zichtbare licht reflecteren zodat wij het, met onze mensenogen, wit zien. Wel, dat lijkt me evolutionair niet echt een argument: of het nu wit is, of dat we het wit zien - gras is in het donker ook niet groen.
Belangrijker vraag is: hoe kunnen wij weten dat de natuurlijke vijanden die ijsberen niet met andere ogen bezien, zodat ze naar iets heel anders kijken dan een witte beer.
En daar komt het probleem.
De ijsberen hebben eigenlijk geen natuurlijke vijanden, groot en sterk en lenig als ze zijn. De jacht van de mens op de ijsbeer stelde tot voor kort niets voor, en in de dierenwereld kan het jong nog bedreigd worden door de wat grotere poolvos, maar daar is alles mee gezegd.
De hedendaagse wetenschap zegt dat de ijsbeer van de bruine beer vandaan komt, en dat mag je, gezien onderzoek en bekende feiten, best geloven. Ze kunnen zelfs daten; en als ze dan bij elkaar blijven slapen krijg je de prizzly bear.
Het heet dan dat ze op de Noordpool terecht zijn gekomen tijdens de ijstijd en zich aangepast hebben aan de barre omstandigheden: wit als schutkleur, dikke vetlaag tegen de koude, en zo nog een paar eigenschappen.
Waarom die schutkleur? Wat is er opzijgeschoven, ten onder gegaan, gedurende the natural selection of their whiteness? Terwijl de soort nu pas in gevaar lijkt te komen: de jacht is de laatste eeuw geïntensiveerd, milieuvervuiling doet reeds zijn werk en ze moeten zich zorgen maken om de dreigende klimaatverandering.
Zijn er wel bruine beren op de Noordpool geweest? Of is het zo dat er al heel lang geleden witte en bruine beren waren. En toen werd het winter en het ging sneeuwen en vriezen. En terwijl de bruine beren in hun winterslaap volhardden, voelden die witte beren wat aan hun water, werden zenuwachtig en wakker, ze keken naar buiten en zagen een witte wereld. En een temperatuurtje meneer ... en ze zagen dat het zo goed was.
En ze gingen doen wat Kees Stip tijden en tijden en een halve tijd later onder het pseudoniem van Trijntje Fop in een versje zou vereeuwigen ...
een ijsbeer beerde zoveel ijs
dat het ging vriezen in Parijs
... en ze beerden zoveel ijs dat heel Europa en de zee er omheen bedekt werd - en ze gingen daarheen waar de kou vandaan kwam.
Vandaar dat de meer avontuurlijke, witte beer op de Noordpool woont en ijsbeer wordt genoemd, en dat de bruine beer nog steeds ver beneden de poolcirkel als het wat kouder wordt z'n pantoffels aantrekt, naast de kachel gaat zitten en in slaap dommelt - om pas wakker te worden als het weer een beetje warmer wordt.
Dit is geen teleological argument.
Er is geen sprake van causality.
Metaphysical necessity! Dat is het.
Abraham en zijn nakomelingen gingen, daartoe door God aangespoord, op reis vanuit Ur en kwamen na veel omzwervingen in het land van melk en honing. De witte beren verlieten de veilige omgeving van wat ooit Seine genoemd zou worden en trokken naar het land van ice and seals - daartoe aangespoord door hun eigen God.
Dat daarbij wat ijs gebeerd moest worden is niet minder aannemelijk dan de conditional probability - het leger van de in zijn hart verharde Farao moest immers in het grote gebeuren verzuipen - van die rechtopstaande watermassa in de Rode Zee.