Tuesday, March 6, 2018
een rechtse hoek
Ik ben - voor even hoor! - in een rare hoek van het politieke universum terecht gekomen. Die hoek van het universum waar zich veel ontevreden volk ophoudt. Personen voor wie het leven niet veel in petto bleek te hebben. Personen, die dan niet naar zichzelf kijken, maar het leven, de wereld de schuld geven. Volk dat roept: ze doen maar wat in Den Haag ... ze moeten mij altijd hebben. En als ze het woordje “ze” niet gebruiken, dan hebben ze altijd nog het woordje “men”. Men doet maar wat.
Mensen waarvan je hun lijfspreuk bijna kunt invullen:
het leven is als een lekkere meid
die zelden neukt maar wel iedere dag schijt
Volk met een groot gehalte PVV - én, kun je daar tegenwoordig aan toevoegen, met een hoge graad van Trump-empathie.
Trump doet heel veel goed voor alle Amerikanen.
Als Wilders de baas was zou het volk NL ook zeer gezegend zijn.
Volk dat je toe zou willen roepen. gaat slapen, gij ontevredenen der aarde.
Dat ik me daar nu beweeg, is omdat ik een serieuze zorg met ze deel: de ophanden zijnde energietransitie. Er wordt daarover gediscussieerd, op een goeie manier naar mijn smaak, en daaraan heb ik enkele bijdragen geleverd, die ook hier op mijn blog zijn te vinden.
Er loopt daar nog wat ander volk rond: een paar linkse ettertjes. Nou ja, of ze links genoemd kunnen worden? Ik vergelijk ze met ouderlingen, en denk dan vooral aan hun calvinistische inborst.
Eentje noemt zich links - Groen Links.
Ik vind ze vooral antidemocratisch.
Als PVV-volk vervelend genoemd moet worden- wel, van mij mag je dan ook aan linksig volk denken.
Ze verstieren de discussie als echte trollen, ze gunnen hen, die met echte zorgen zitten en daarover met anderen van gedachte willen wisselen, geen rust - en eigenlijk zouden ze die mensen ook hun platform willen ontnemen.
Die Groen Linkse jongen zegt het ook openlijk: de PVV (en FvD) zijn antidemocratische partijen.
Ik vind het persoonlijk een doodzonde om een democratisch opererende burger - Wilders - en een democratisch opererende groep mensen - Wilders-kiezers - antidemocratisch te noemen. Dan ben je zelf bezig de democratie te ondermijnen.
Ik ben geen Wilders fan. Ik vind sommige van zijn gedragingen ronduit laakbaar, en ik heb daaraan ook uiting gegeven. Maar ik heb Wilders nooit beticht van antidemocratisch gedrag.
Sterker, ooit heb ik geschreven: als Wilders een gevaarlijke man zou zijn voor de democratie, dan moet Maxim Verhagen toch als eerste een groot gevaar voor de democratische kwaliteit van het staatsbestel NL worden genoemd ... dan een hele tijd niks, en dan, bijvoorbeeld, mogelijkerwijs, Wilders.
Wel heb ik over het algemeen negatief over Wilders geoordeeld en daarvan ook kond gedaan wanneer dat zo aan de orde kwam. Maar ik heb ook, in relativerende zin, positief over de Wilders-stemmers geschreven - beter gezegd: over de hypocrisie van de “bewuste” kiezer die zich zorgen meent te moeten maken om het stemgedrag van de ontevredenen.
Omdat ik mij nu in die hoek bevind waar zich ook behoorlijk wat kiezers van Wilders bevinden, lijkt het me niet onhandig om nog eens bij mezelf na te gaan hoe ik vandaag tegenover Wilders sta.
Wel, dat is voor geen millimeter veranderd. Ik vind een aantal van zijn gedragingen laakbaar, hij is geen gevaar voor de democratie, maar ... hij zal van z’n levensdagen mijn stem niet krijgen. Nooit!
Ik heb inmiddels drie fundamentele bezwaren tegen hem.
De eerste is al heel oud. In Vrij Nederland, ik meen 1998, stond een interview met een beginnend kamerlid. Begonnen als medewerker van Bolkestein, had hij op de kieslijst van de VVD een verkiesbare plek gekregen, en zo was hij in de bankjes terecht gekomen. Hij zei tegen VN: van links is nog nooit iets goeds gekomen. Was getekend: Geert Wilders.
Dat je dat op een verkiezingsbijeenkomst zegt, soit. Dat je dat in een debat met die vermaledijde Melkert zegt: ik kan het billijken, en wil het ook nog wel begrijpen. Maar in een interview, en dat ook nog met een serieus blad als VN, waarbij verwacht mag worden dat je laat zien dat je niet voor niks als beleidsmaker in het parlement zit - ik vond het ongehoord.
Ik vond het vooral ongehoord omdat het de grootste leugen is die over links is verteld, groter dan de leugen van Den Uyl en Duisenberg als potverteerders en puinschoppers. Het demonstreert een bedroevend laag niveau van algemene ontwikkeling door dit te zeggen, door te ontkennen wat het linkse gedachtengoed heeft betekent voor de waardering van de factor arbeid én de mensen die die arbeidsfactor invulden.
En ik wist op dat moment, en heb dat ook vastgelegd: dit is een gevaarlijke man.
Wilders heeft zijn stemmers veel dingen beloofd. Dan doen politici veelvuldig, dus dat is Wilders, die een raspoliticus is, niet kwalijk te nemen.
Maar toen kreeg hij de kans om het waar te maken. Hij werd door Maxime Verhagen als gedoger bij het kabinet Rutte I gehaald. (Alleen al daarom vind ik Verhagen en het CDA gevaarlijker als onbetrouwbare factor: herinner jezelf de behandeling die Ab Klink kreeg, en herinner jezelf het “at your service” van Camiel Eurlings.)
Wilders kreeg kansen om eindelijk te doen wat hij wilde doen voor de arme kiezer, de ontevreden NL-er. Zijn kiezer, die het o zo moeilijk had: in achterstandswijken tussen de moslims, onder een rechtsstaat die niet voor hem was ingericht.
Hij faalde niet, zoals zoveel politici die kansen krijgen.
Hij liep weg. Er is een naam voor dat weglopen: angsthazerij. Bang voor de verantwoordelijkheid.
Hij deed wat hij alle andere politici verweet: hij liet zijn kiezers in de kou staan.
O jawel, hij verzon zijn smoesje, zoals iedere politicus dat kan, en zijn smoesjes waren goed. Maar z’n praatjes deugden niet, zoals ze nooit gedeugd hebben.
Dat is mijn tweede fundamentele bezwaar tegen Wilders.
Mijn derde bezwaar is zijn omgaan met het recht en de rechtspraak.
Wilders is lid van de Tweede Kamer, dat wil zeggen: een lid van de wetgevende vergadering. Deze man heeft speciale verplichtingen tegenover de rechtsstaat. Als er iemand is die de rechtsstaat serieus moet nemen, moet eerbiedigen en beschermen tegen uitholling door loze en vooral oenige praat daarover, dan is het wel een kamerlid.
Wilders is daarin in alles de tegenpool geweest van wat een kamerlid hoort te zijn.
Hij was niet vies van loze en oenige praat over recht en rechtspraak, zoals dat gewoonlijk uit de volksmond komt. Hij had geen enkele eerbied voor het recht en haar rechtsprekers. En hij heeft die rechtsstaat ook niet beschermd, in ieder geval niet voor gelijkheid van allen die onder die rechtsstaat leven. Daarin, moet ik zeggen, is hij heel dicht bij de kwalificatie “een gevaar voor de democratie” gekomen.
Nee, Wilders zal nooit, maar dan ook nooit, mijn stem krijgen. Beter gezegd: ik doe altijd braaf mee aan de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Maar uitsluitend met één doel: om een tegenstem te bieden aan partijen als de PVV en in een poging om te verhinderen dat zulk soort politici in grote getale de kamer binnenmarcheren.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment