Sunday, June 22, 2014

duurzaamheid

Ewald Engelen, politiek filosoof en in het dagelijks leven hoogleraar financiële geografie, stukjesschrijver in De Groene en correspondent van De Correspondent, meldde in zijn laatste hoedanigheid aan de leden van die internetkrant dat hij lijstduwer was geworden van de Partij van de Dieren. In diens kielzog schreef hoofdcorrespondent Rob Wijnberg een artikel over de naam van die partij: als ze het nou de Partij van de Duurzaamheid noemden, dan zou een belangrijk argument om niet op ze te stemmen weggenomen zijn.

Of dat artikel een antwoord was aan Ewald Engelen, of gewoon een column in een reeks van willekeurige columns, weet ik niet, maar, voor zover het badinerend bedoeld was werd dat badinerende karakter toch door twee zaken getemperd.
Rob Wijnberg was zelf van mening "Ook zetten ze, in mijn ogen terecht, vol in op duurzaamheid: 40 procent in 2020, 100 procent in 2050 - geen partij die, voor zover ik weet, de lat hoger legt dan dat."
Vervolgens regende het halleluja-bijdragen van leden.

Ik zou graag willen weten wat duurzaamheid inhoudt, en wat die inzet precies van ons vraagt. Volgens Rob Wijnberg betekent dat "duurzame energie, bescherming van het milieu, herdefiniëring van welvaart in welzijn." Later "preciseerde" hij dat nog eens: "het voorzien in de behoeften en aspiraties van een samenleving in het heden op een manier die het voorzien in de behoeften en aspiraties van een samenleving in de toekomst niet in gevaar brengt."

Een lid droeg zijn steentje bij: "Als je een vis of ei eet, is die vis of dat ei zelf niet letterlijk duurzaam, maar een duurzaam geproduceerde vis of idem ei komt uit een productieketen die er op een verantwoorde wijze voor zorgt dat de productie in stand gehouden wordt ..."
Juist ja.
En weet die vis dat?

Een ander lid vond dat het landschap van zijn vader veel aangenamer was dan het landschap waar hij het mee moest doen.

Hetgeen mij deed vermoeden dat deze denkwijze gevoed wordt door een behoorlijke portie nostalgie: het tuinpad van mijn vader - hetzij het liedje van Wim Sonneveld, hetzij dat overigens mooie plaatjesboek van Rien Poortvliet.
Die gedachte werd voor mij angstaanjagende bewaarheid toen er een artikel van Rutger Bregman verscheen over de voordelen van een uitdijende overheid. Dat artikel werd geïllustreerd met foto's. Geen foto's die aangaven waar er te weinig overheid was. Die foto's brachten de overheid überhaupt niet in beeld. Nee, een aantal, ook beslist weer mooie plaatjes van (kapitalistische!) productiviteit uit de eerste helft van de vorige eeuw.

Je kunt je natuurlijk afvragen hoe je te weten komt of je een toekomst in gevaar brengt.
Je kunt je afvragen waarom een productieketen die al eeuwen meegaat, plotseling in elkaar zou storten.
Je kunt je uiteraard afvragen of dat veranderde landschap iets van doen heeft met de veranderde hoeveelheid mensen.
We voeden nu veel meer monden dan vroeger.
We kleden nu veel meer lijven dan vroeger.
We leggen nu veel meer hoofden te ruste onder veel meer daken.
De productieketens zijn noodzakelijkerwijs aangepast, het landschap is vanzelf meegegaan - en er is nog steeds toekomst.
Is die toekomst er anders op geworden? Wel, net zomin als dat het heden zich aanpast aan de waan van de tijd, zal de toekomst zich iets aan onze luimen gelegen laten liggen.

Recent zijn er twee boeken verschenen. Een van Jaffe Vink, die zijn pijlen richt op de alarmisten: Wie is er bang voor de vooruitgang? Een van Jan Paul van Soest, die zijn pijlen richt op de sceptici: De Twijfelbrigade. De recensent van de NRC bespreekt ze onder de kop De God van het klimaat en vat het verschil als volgt samen. ‘We kunnen niet geloven dat het goed gaat’, schrijft Vink. Van Soest laat op nuchtere en zakelijke toon zien dat we evenmin willen geloven dat het wel eens slecht zou kunnen gaan.
Wat mij betreft slaat NRC, wellicht ongewild, de spijker op de kop: het gaat over een god; je gelooft in die ene god - dat het allemaal goed gaat, of je gelooft in die andere god - dat we de toekomst in gevaar brengen.

Maar kan het misschien ook gespecificeerd en gekwantificeerd worden.
En zouden we, zolang we het niet kunnen specificeren, hetzij de ene kerk, hetzij de andere kerk, misschien niet wat bescheidener, een ietsje prudenter, met die zogenaamde inzichten om kunnen gaan.

Waarbij ik wel één heel specifiek accent wil leggen.

Beide geloven zijn inherent verbonden met een veranderingsproces. De toekomst ziet er nu eenmaal anders uit dan het heden.
Het ene veranderingsproces, dat van hen die er alle vertrouwen in hebben, is impliciet, min of meer autonoom.
Maar dat andere geloof, dat van die toekomstbewakers, dat van de alarmisten, heeft een bewust veranderingsproces: daar moet rechtsomkeert gemaakt worden.

Mag ik die laatste gelovigen vragen, voordat ze daadwerkelijk hun geloof in de praktijk willen brengen: kunt U ervoor zorgen dat U, bij het bewaken van de toekomst van onze kleinkinderen, het heden van mij en mijn kinderen niet in gevaar brengt.
Dat is uiteraard net zo'n moeilijke, of zo U wilt vrijblijvende vraagstelling als vragen om de toekomst te vrijwaren voor de negatieve gevolgen van ons onverantwoordelijke handelen.
En je kan overal een verhaaltje bij houden.

Vandaar dat ik een simpeler vraag heb.
Geef mij nu eens een paar politieke besluiten die ons in de richting van die 40%, of 100% duurzaamheid gaan brengen:
- wat houden die besluiten in
- wat gaat daar ingezet worden
- wie gaat die inzet betalen
- wat is de opbrengst, en hoe wordt dat vertaald in termen van duurzaamheid
- voeden we dan nog dezelfde hoeveelheid monden, kleden we dezelfde hoeveelheid lijven, en geven we dezelfde hoeveelheid hoofden een dak om onder te slapen

Bij PVV'ers krijg je nooit antwoord als je ze wat vraagt, dat ben ik gewoon.
Maar ook bij dit soort denkers moet ik het eerste antwoord nog terug krijgen.


NB Dit is één van de 4 posts waarbij ik inga op mijn kortstondige liaison met De Correspondent; hier wordt het hoe en waarom toegelicht

No comments: