Saturday, August 22, 2009

MACHTELD ALLAN EN HAAR ACADEMISCHE MAATLAT

commentaar bij een essay van Machteld Allan DE BRUGGENBOUWER EN DE PROFEET (De Groene #17 2009)

http://www.groene.nl/2009/17/De_bruggenbouwer_en_

Het academische wereldje NL is natuurlijk het academische wereldje NL. Machteld Allan probeert dat wereldje iets te verbeteren, en begint bij een ander.

Tariq Ramadan. Hij had wat haar betreft niet aangesteld mogen worden aan de Erasmus Universiteit, en verlenging van zijn contract is al helemaal uit de boze. Over Ramadan is de laatste tijd veel ophef gemaakt. Zijn opvattingen over de homoseksuele medemens hebben daar de directe aanleiding toe gegeven. Raar, wij hebben een premier en een vice-premier die daar tegen zijn, en dat belet hun niet te functioneren. Een heleboel gesprekspartners in deze discussie hebben om die reden ook zijn wetenschappelijke niertjes (weer eens) geproefd. Er zijn voor- en tegenstanders gekomen, het is een echte caucus geworden, van het ene kamp naar het andere inbegrepen. Ik kende de man voordien niet, ik kan er geen touw aan vast knopen, maar ik neem aan dat de waarheid ergens in het midden ligt.
Wat ik n.a.v. de bijdrages geleerd heb is, dat ik geen behoefte heb om van deze man iets te leren, maar dat hij opvattingen heeft en een achtergrond bij die opvattingen, die een corrigerende en verrijkende invloed op de poldermentaliteit kunnen betekenen. Voor hen die oren hebben om te horen. Ik denk wel dat de man prima kan functioneren aan de universiteit, en dat zijn opvatting over wetenschap bedrijven aansluit bij een heleboel mensen in dat wereldje, bijv. aan de theologische faculteit waar ze exegese bedrijven. Sommigen vinden dat zijn aanstelling in Oxford enig extra gewicht in de schaal legt, persoonlijk zet ik vraagtekens bij deze referentie, gegeven dat ook Richard Dawkins, die van The God Delusion, daar hoog van de toren mag blazen. Maar dat zijn wetenschapsopvattingen naadloos aansluiten bij iemand als Fennema, zie diens bijdrage aan de discussie over Duyvendak en Ali Eddaoudi staat voor mij als een paal boven water. En bij die van Tromp.

Bart Tromp. Tromp ken ik wel. Als een ietwat verzuurde luis in de pels van de PvdA. Ik heb bij zijn bijdrages aan de sociaal-democratie altijd moeten denken aan de discussietechnieken van een intelligente gereformeerde jongen wiens vader hem iedere zondag recht onder de preekstoel plaatste zodat de liefde voor Gods woord er in gestampt kon worden. Ik vond zijn houding in een discussie die tussen hem en Bart Jan Spruyt is georganiseerd, en die geen discussie is geworden, stuitend. M.n. zijn observatie (fijntjes geuit) dat Spruyt het niet kon hebben dat hij, Tromp, wel een hoogleraarsaanstelling had en Spruyt niet, en de suggestie dat dat een belangrijke factor kon zijn in het niet doorgaan van de discussie, deed voor mij de deur dicht. Maar dat iemand, die zich heeft beziggehouden met wetenschapsfilosofie (Allan, wat een uitdrukking om het wetenschappelijk bedrijf te identificeren) op basis van de column van een ander een vernietigende column meent te moeten schrijven en, als dat niet goed uit blijkt te pakken, in plaats van zelf als de donder aan de slag te gaan, bij de columnist te biecht gaat, het zegt mij genoeg.
Ze zijn allebei dood, maar wat mij betreft had Tromp zo in Onder Professoren van Hermans kunnen figureren.

Blijft Machteld Allan. Voor zover ik weet heeft ze geen functie in het academische wereldje NL, en dat is maar goed ook. Ze stelt eisen aan Ramadan, fatsoenlijk bronnenonderzoek bijv., en hanteert ze niet voor Tromp (en ook niet voor zichzelf). En als Wagtendorp laat weten dat je de zaak ook anders kunt bekijken, is er sprake van een lui briefje - da's geen arabist die je serieus kunt nemen want hij maakt gemene zaak met de Palestijnen. Ze heeft een recensie geschreven (januari 2007) over een boek van Karin Armstrong - nee, ze recenseerde een boek van Spencer, The truth about Muhammad, en haalde daar, onaangekondigd, een boek van Armstrong bij - waaruit je kunt leren hoe ze boeken leest. Een lezer heeft gereageerd dat hij van Armstrong een heel ander boek gelezen had. Ik heb niet gereageerd, maar hetzelfde geldt voor mij. (Ibn Ishaq ken ik wel, maar heb ik niet zelf gelezen. Ik voel nu al aan mijn water dat, gezien de teneur van de behandeling van het verhaal over Khaybar, ik dat ook zelf moet gaan lezen - van Ramadan weet ik (nog) niet of en hoe hij iemand op een verkeerd been zet, bij Machteld Allan weet ik dat inmiddels wel.)
Wat mij echter zeer hoog op de kast krijgt is haar bijdrage aan de discussie over de kwestie Israël versus de Palestijnen. In het onderhavige artikel zegt haar uitdrukking de moordenaars van Hamas en Hezbollah al genoeg over haar objectiviteit. Ik pak uit haar bijdrages aan deze discussie nog maar eens haar artikel Waarom Israël meewerkt aan zijn eigen ondergang. We schrijven februari 2006. Van de hand van Finkelstein is in 2005 Beyond Chutzpah verschenen. Je kan veel posities innemen in deze discussie, voor Israël, voor de Palestijnen, de waarheid in het midden wat mij betreft; maar een artikel schrijven à la Allan, waarin Israël wordt uitgelegd als het mishandelde jongetje dat altijd maar weer de liefde van zijn mishandelende vader zoekt, en altijd maar weer het lid op zijn neus krijgt … dat kan nadat Finkelstein uitstekend beargumenteerd en gedocumenteerd heeft wat de bijdrages van Israël aan de MO-ruzie inhouden, echt niet meer.

Friday, August 21, 2009

ONVERMOEDE KWALITEITEN VAN AFSHIN ELLIAN

Je kan niet zeggen dat Afshin Ellian geen bewonderaars heeft. Hij wordt nog wel eens aangemoedigd. Een enkele keer is er sprake van afgodische verering.
Zoals bij ene Sterk. Onder één van de columns stak deze de loftrompet met de uitroep “wat een intellectueel”. Bij een andere gelegenheid gaf hij er enige uitwijding aan: “Afshin Ellian is de betere verdediger van de moderniteit. Hiertegen steken andere Nederlandse intellectuelen mager af.“
Zoals ooit ene Van Belkom hulde bracht aan deze Iraniër die als een van de weinige Nederland begrijpt en “die men nooit op een leugen zal betrappen” waarop genoemde Sterk uit de kast kwam en zei zich tegenover zijn Amerikaanse vrienden te schamen om Nederlander te zijn.

Je kan haast de neiging niet onderdrukken om aan deze Sterk uitleg te vragen over
- wat hij met moderniteit bedoelt en hoe je dat verdedigt
- wat hij onder intellectueel verstaat en welke Nederlanders hij op het oog heeft die wel/niet aan zijn criterium voldoen
- waarom hij zich als Nederlander tegenover Amerikanen moet schamen
Terwijl je bij Van Belkom hoopt dat hij onder een volgende te bewonderen column ietsje meer expliciet kan zijn over
- hoe zijn leugendetector werkt
- hoe je ziet dat iemand Nederland begrijpt

Gelukkig worden er ook altijd wel weer één of twee lagere tot zeer lage rapportcijfers toegekend. Daar word ik dan weer rustig van en zo kan ik de vragen laten voor wat ze zijn
Een enkele keer deel ikzelf een rapportcijfer uit. Het kan haast niet anders dan dat ik met die (nuvolgende) waarderingen bij mensen als Sterk en Van Belkom spanning oproep: onvermoede kwaliteiten van Afshin Ellian worden hiermee blootgelegd.

Ellian schreef in NRC de column DE MINISTER PRESIDENT HEEFT ONS IETS UIT TE LEGGEN (6 juni 2009). Hierin citeert Ellian Rosa Luxemburg over “die Freiheit des Andersdenkenden”. Buiten de context en 180 graden gedraaid.
Rosa Luxemburg richtte zich hierbij tegen de “die Unfehlbarkeit des allerbesten Zentralkomitees” die het volk het recht op denken wilde ontzeggen. Ze was absoluut niet bezig met de vrijheid om maar van alles te roepen. Ze zijn alle drie dood, maar ik durf er een goede fles op te zetten dat Fortuyn en Van Gogh niet in één partij met Luxemburg hadden willen zitten. En het is meer speculatief dan manipulatief als ik beweer dat ze “Ach, Ihr elende Kleinkrämerseelen … ein Glück dasz die bisherige Weltgeschichte nicht von Euresgleichen gemacht war …” ook tegen deze mannen, en Rutte en Ellian erbij, geschreven zou hebben.
Ellian zal wel een citatenboek binnen handbereik hebben liggen, en niet weten onder welke omstandigheden de uitspraak is gedaan. Of ik moet hem van ernstiger zaken verdenken.

En je mag Ellian van ernstiger zaken verdenken.
Vrijdag 8 februari 2009 schrijft Ellian in Elsevier de column PARTIJ VAN ALLAH (PvdA) MET DE DAG MILITANTER. Hij behandelt daarin de lesbrief LAAT JE NIET GEK MAKEN van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Amsterdam.
Uit alles blijkt dat hij die lesbrief zelf gelezen heeft. Dus als mensen als Van Belkom de moeite willen nemen om beide documenten te lezen kunnen ze vaststellen dat Ellian niet alleen demagogie bedrijft maar dat hij letterlijk liegt dat het gedrukt staat.
Ze zeggen wel eens: al is de leugen nog zo snel … De column staat nog steeds op internet. Van de meeste van de 416 lezers die reageerden mag je veilig aannemen dat ze de lesbrief (ook op i-net te lezen) niet eens hebben ingekeken en blatend achter Ellian aan zijn gegaan.

Inderdaad, Ellian verdedigt met verve de westerse waarden van list en bedrog, zoals wij daarin voorgegaan worden door zulke uiteenlopende figuren als Balkenende Berlusconi Blair Bush om maar eens met de B te beginnen.
Of door Obama, om dit keer met de O te eindigen. Die vindt dat wij de beelden van het doodbloedende Iranese meisje moeten zien, opdat we zo zekerlijk zullen weten hoe slecht die islamleiders zijn, terwijl we de beelden van het martelen, herstel, van de enhanced interrogation techniques in Amerika niet mogen zien: ons geloven in de goedheid van onze westerse leiders mocht eens te zwaar op de proef worden gesteld.