Sunday, February 23, 2014

't zat er dik in

Het valt eigenlijk wel mee, die negatieve perceptie van MIND & COSMOS, dat kleine werkje van Thomas Nagel dat zoveel opschudding veroorzaakt zou hebben. (Ik kom daar nu op, omdat Ronald Meester ook zo graag oorzaak van opschudding wil zijn). Er zijn er een paar zeer negatief, maar de meeste komen toch hierop neer:
- Nagel heeft niet echt zicht op de huidige status van de wetenschap
- Nagel heeft wel een punt
- Nagel vergaloppeert zich met z'n pleidooi voor een teleological argument

Wat het laatste betreft ben ik ook zeer sceptisch, wat zeg ik: ronduit ongelovig. Laat ik het zo voorzichtig mogelijk zeggen: ik denk te moeten lezen dat Nagel het de moeite van het overwegen waard vindt om te veronderstellen dat het universum ons als doel had kunnen hebben.

Er is één goede reden om die hypothese onmiddellijk af te wijzen: het zou van arrogantie getuigen om te denken dat wij dan het eindproduct zijn. Ofwel: er moet dan, per definitie, een verder liggend doel zijn, wij kunnen niets anders dan een tussenproduct zijn.
Maar ja, daar zal ik nooit van afweten.
Meine Nachjenseitszeit, weet U wel. *)

En dat zette me aan het denken.
Eindconclusie: Nagel heeft gelijk (ik kan er niet omheen draaien).

Ik herinner mij een potje biljarten. Ik maakte een prachtige stoot, stond hellend op één been, nauwelijks in staat om mijn evenwichtstoestand te bewaren, om de twee op hetzelfde doel afgaande ballen in hun baan te houden, toen daar plotseling, als uit het niets, de derde bal terugkwam, terwijl ik die toch zo keurig opzij had gelegd, en zo verhinderde dat de beide andere ballen elkaar zouden ontmoetten om hun gepredestineerde lot te ondergaan.

't Zat erin, was mijn verdrietige conclusie.
Ja, antwoordde mijn tegenspeler, anders was het er niet uitgekomen.
Een terechte constatering.
En, als ik al een prachtige serie in gedachten had ... wel, die zat er niet in, want die is er niet uitgekomen.

Hier zit ik dit allemaal op te schrijven, als uitvloeisel van de big bang, of whatever er ook gebeurd moge zijn in meine Vorjenseitszeit. *)
Dat zat er in.
Iets anders is er niet uitgekomen.

En als het er nou niet uitgekomen was?
Awel zulle, dan was er geen weet geweest van deze mogelijkheid. Geen vorjenseits, geen diesseits, geen nachjenseits. Misschien dat ik zoiets graag opgeschreven had kunnen hebben, maar U was er in ieder geval niet geweest om te zeggen dat ik dan heel erg fout bezig ben.


voor de begrippen Vorjenseitszeit en Nachjenseitszeit, zie het grote vertijden

Wednesday, February 19, 2014

Saturday, February 15, 2014

integriteitstest

Peter Otten, voorzitter van Raadslid.Nu wil een integriteitstest voor aspirant gemeenteraadsleden. Hij maakt zich zorgen over het toenemende aantal akkefietjes met die lui.
Ik weet niet wat dat op kan lossen. Gemeenteraadsleden leggen gewoonlijk een eed af bij de aanvaarding van hun ambt. Daarin beloven ze precies datgene wat je bij een integriteitstest moet testen. Dus als ze geen probleem hebben om die eed af te leggen, zal het ze al helemaal geen moeite kosten om goed uit die test tevoorschijn te komen.

Toch vind ik het een goed idee. Mits het uitgebreid wordt tot Kamerleden - en dat dat dan ook met terugwerkende kracht voor de zittende Kamerleden geldt. Iedere test die Wilders uit zou selecteren als ongeschikt voor het Kamerlidmaatschap kan ik toejuichen.

Zou Wilders zakken?
Wel, ik zou niet graag op mijn conto hebben staan dat ik gezegd zou hebben dat de heer Wilders omkoopbaar is, niet onkreukbaar.
Daarom ben ik even over dat woord na gaan denken. En je komt dan daar waar de taal mee begint: rechtschapenheid, een ouder woord voor integriteit, dat door Van Dale gepositioneerd wordt in 1649 - en het heeft ook nog even geduurd voordat dat woord het etiket gallicisme is kwijtgeraakt.
Rechtschapenheid wordt dan al lang gebruikt.

Regtschaepenheidt.
Een integriteitstest levert dus antwoord op de vraag: kan die man met recht een schaap genoemd worden. *)

En die vraag durf ik, en kan ik ook, wat Wilders betreft, ontkennend beantwoorden.
Nee dus.
Niet zachtmoedig als een schaap.
Niet onschuldig als een lam.

Ik kan me hier natuurlijk met een Jantje van Leiden van afmaken: iemand die het woord "kopvoddentax" in de mond neemt om daarmee een volksdeel te beledigen waarbij rassenonderscheid een criterium is, maakt zich als Kamerlid aan iets schuldig, laat niet een kant van het zelf zien dat zachtmoedig genoemd mag worden. Je zal het wellicht niet in een integriteitstest kunnen opbergen, maar dat is dan ook het enige bezwaar dat aan zo'n test kleeft.

Maar, ik heb een betere.

De islam is een leugen, Mohammed een crimineel, de Koran is vergif. Zo luidt, volgens Wilders zelf, de tekst van de sticker die hij verspreidt. Als je in het westen zegt dat het christendom een leugen is, dat Jezus een crimineel is (of, als Mohammed niet Jezus mag zijn, dat Jesaja een crimineel is) en dat de Bijbel vergif is, dan heb je, zachtjes gezegd, een probleem. Willem Frederik Hermans kwam er alleen maar genadig vanaf omdat hij staande mocht houden dat niet hij lelijke dingen had gezegd over kerk en geloof, maar zijn hoofdpersoon.
Dat het verschijnen van die sticker samenviel met het schrappen van het artikel over Godslastering uit onze wet, zegt heel veel over de bedoeling van zo'n sticker.

Wilders is in zekere zin een profeet. Die man boodschapt ook over geloofszaken. En wat voor de ene religie geldt, geldt voor alle religies: je hebt profeten en je hebt profeten.
Voor de islam is Wilders een valse profeet.
En dat heet volgens de joods-christelijke worteltjesleer: een wolf in schaapskleren.

Vandaar: Wilders kan niet met recht een schaap worden genoemd. En hij zou dus zakken voor die rechtschapenheidstest.
Als een baksteen.


*) U zult zeggen: rechtschapen heeft helemaal geen verwantschap met schapen. Dat komt van recht en schapen, en dat komt weer van rechtschaffen, ofwel goed scheppen.
Ja, dat weet m'n neus ook, maar dat doet er niet toe, want, zoals ik al zei: iedere test die Wilders uit zou selecteren als ongeschikt, voor wat voor openbare functie dan ook, zou door mij van harte toegejuicht worden.

Thursday, February 13, 2014

bankmanagers *)

Een bankmanager roept een medewerker bij zich en vraagt hem een beleidsnota te schrijven.
Laten we zeggen over de mogelijkheid om het kredietvragend segment dat bediend wordt aan de onderkant van de markt uit te breiden.
En die manager zegt erbij waar die dan aan denkt, en waar die niet aan denkt, want hij houdt van invullen.
Heb je’t begrepen?

En die drs. (economie) of die mr. - anders mag je geen beleidsnota’s schrijven bij de bank - knikt van ja en gaat dapper aan z’n potloodje knibbelen.

Inmiddels heeft die manager een werkbespreking met zijn manager, en die vraagt hoe het met die beleidsnota staat.
En de tussenbaas meldt trots dat “we” daar mee bezig zijn.
En die bovenbaas zegt: waar denk je dan aan?
Uh ... uuhhhh
Die manager aarzelt ... wat zoveel wil zeggen als: hij houdt wijselijk z’n mond, want je weet maar nooit of je iets vergeten bent waar je baas wel aan denkt ...
... of erger nog: dat jij ergens aan gedacht hebt waar je baas helemaal niet aan denkt.
En de bovenbaas beschouwt dit als een uitnodiging om zelf iets aan te dragen ...
... en inderdaad, die man denkt bij die beleidsnota aan heel andere dingen.

Dus terug van z’n werkbespreking vraagt de manager aan zijn medewerker: hoe staat het er mee?
De man steekt trots een paar A-viertjes de lucht in en roept: bijna klaar!
En de manager vliegt er cursorisch doorheen ... en roept: maar waarom heb je hier niet aan gedacht en dat niet bekeken, en wat doet dit onderwerp in die nota, en ...

Jezus, moet ik jullie alles voorkauwen.


*) iemand met wie ik momenteel een indruknalatend mailcontact heb, heeft mij geïnspireerd tot het ophalen van dit snippertje uit mijn vorige leven

Sunday, February 9, 2014

de lachende theoloog

Onze lieve heer heeft rare kostgangers ... en internet heeft dat er niet beter op gemaakt.
Laat mij onmiddellijk erkennen: ik ben een rare kostganger.

Die lachende theoloog heeft een post op zijn blog gezet Dààrom bestaat God! Daarin zegt de lachende theoloog: We hoeven Atheïst natuurlijk niet echt te overtuigen. We hebben voldoende aan een redenering die Hem de mond snoert.

De mond snoeren!
Uit de bijbel, nog steeds Gods woord, kennen we genoeg voorbeelden van hoe tegenstanders van God de mond gesnoerd worden. Vandaar dat ik als volgt reageerde.
Dat is waar. We vragen God eenvoudig om een bliksem te sturen, en klaar is Kees (die klaar wilde komen met zijn ... ja, met wat eigenlijk?).

De vraag is: is Kees nou bebliksemd omdat ie een natte droom had, of is het de natte droom van Jan-Auke dat Kees bebliksemd is?
De analogie is duidelijk. God rekent hier met iemand af, Onan, die volgens de moralistische schrijver van de eerste bijbelboeken zich niet fatsoenlijk gedraagt, terwijl een natte droom in onze moderne beeldspraak wel gebruikt wordt voor dingen waar je wel heel erg naar verlangt, maar die niet voor het grijpen liggen.

Jan-Auke is die lachende theoloog.
Jan-Auke Riemersma, docent wijsbegeerte, gepromoveerd op de integratie van wetenschap en religie.
Maar hier kon hij niet zo om lachen. Hij verwijderde mijn reactie van zijn blog, en, nadat ik had gemeld dat ik toch echt heel serieus was, kwam hij terug met Leonardo, je bent een idioot of een halve gare. Hoepel op van dit blog!

Zo snoer je dus mensen die niet geloven wat jij gelooft de mond. Ik heb daarna nogmaals een analogie aan Jan-Auke voorgelegd.
In MAZURKA VOOR TWEE DODEN een roman van Camilo José Cela, Nobelprijswinnaar, wordt één van de twee doden als volgt ingeleid: Làzao Codesal werd door een Moor vanuit een hinderlaag gedood, hij werd vermoord terwijl hij zich aftrok onder een vijgeboom. Iedereen weet dat de vijgeboom heel bevorderlijk is voor de luie zonde ...

Iedereen weet dat de God van Abraham, Izaäk en Jacob een wrekende God is. Niet alleen Codesal heeft zijn gerechte straf ondergaan, het Vaticaan vond ook dat de schrijver van het verhaal, Cela, zou moeten boeten.
Hoe jullie God ook verder willen opleuken, dat opleuken heeft consequenties Jan-Auke. Daar mag je mij mee proberen te overtuigen - maar de mond snoeren is een heel ander chapiter.
Ik geef toe: een beetje betweterig, een beetje pesterig.
Ook deze reactie is door Jan-Auke verwijderd.

Gelovigen mogen van mij onderling discussiëren wat ze willen, ze mogen de grootst mogelijke onzin beweren. Ik heb er eigenlijk helemaal niks mee te maken. Maar ze moeten wel bij de les blijven.
Dat opleuken van God, dat aaibaar maken van de Almachtige, moet natuurlijk wel consequenties hebben in het verhaal naar hen die ze willen overtuigen. De atheïst in dit geval.
Terzijde, wat een atheïst is weet ik niet, maar ik geloof in ieder geval niet in de God van Abraham Izaäk en Jacob, en ik ben ook niet van de joods-christelijke peentjes.

Wat ik wel weet is dat Gods woord nog steeds Gods woord is, en dat op basis daarvan er nog steeds een paar essenties zijn, verkondigd worden, ook wel leerstukken genoemd, en die zeggen:
- je wordt in zonde ontvangen en geboren
- door dit aardse tranendal ga je naar de hemel, alwaar je Jezus aantreft, zittende ter rechterhand Gods, vanwaar hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden
- en je wordt met open armen ontvangen, dat heet genade
- of je wordt in de buitenste duisternis geworpen, dat heet eigen schuld dikke bult

Wel, dat zou die lachende theoloog met al zijn relativeringsvermogen nou eens gewoon eerlijk moeten zeggen: is dat nog geldig, of is dat allemaal flauwekul, humbug. Kunnen we inderdaad allemaal vrolijk lachend op weg, sober levend dan wel zuipend, kuis dan wel aan een stuk door naaiend, vriendelijk voor onze naaste dan wel zoals Bush iedereen neermaaiend die niet met mij is, naar het einde, alwaar een iegelijk, zonder enige uitzondering, door God de hemel wordt binnengehaald onder de uitroep: hé, blij dat ik jullie hier ook zie, goed dat je gekomen bent.

niet op zondag

Wie op zondag de site van het Reformatorisch Dagblad opzoekt krijgt dit beeld op zijn computer:


zondag gesloten

Er is dus een pagina gemaakt, refdag.nl/zondag waar vanaf zaterdagavond om 24.00 uur - nee, ik denk 23.59, anders is het zondag 0.00 uur - alle links naar verwijzen, en die zullen dan maandagmorgen 0.00 uur weer teruggezet worden.

Wel principieel, toch? En ook zeer consequent.
't Heeft ook wel iets vertederends.

Het doet me denken aan dat wat oudere echtpaar NL dat ik op een Italiaanse luchthaven zag, die een cappuccino en een brioche namen en, voordat ze dat nuttigden, voor een moment de handen vouwden en de ogen sloten.

Het is voor zondag de homepage met een iets andere tekst. Vandaag is het zondag. We wijden deze dag in het bijzonder aan de dienst van God. De links op die page zijn in stand gehouden, d.w.z. enkele links brengen je naar sites die gesloten zijn. Maar, je kunt wel contact opnemen, ook met de economieredactie. Je krijgt dan op maandag antwoord.
Ook kun je op zondag naar andere sites, achter een tab bezoek ook. Dat is een page van de beheerder van de site, Erdee Media Groep (hoor RD) en die brengt je weer naar sites met een zelfde houding. Die brengt je bijv. naar de site kits en daar staat dan, op de page kits.nl/zondag: Zoals je weet is het vandaag zondag. Een dag die God apart gezet heeft. Een rustdag. Je mag de zondag zien als een geschenk van God, waarop je kunt uitrusten van school en God mag ontmoeten in de kerk.

Er is duidelijk in een werkgroep, of misschien wel in een stuurgroep, over nagedacht.

Is dat zo?
Is het wel zo principieel?
Je zou ook gewoon de stekker er uit kunnen trekken. Dan krijg je dit beeld op je computer.


pagina niet gevonden

Daar hoef je overigens de stekker niet voor uit te trekken, je zet gewoon een link aan naar een niet bestaande pagina.
Dan doe je tenminste echt niks op zondag. En ik kan uit eigen ervaring meedelen dat het slecht is iets te doen wat op de dag des Heren riekt naar bezig zijn.

Als klein kind mocht ik op die dag ook niks geen vrolijkheid hebben, zoals zwemmen, of fietsen. Op een zondag ging ik toch naar de schuur en pakte stilletjes de fiets van mijn zusje. God strafte onmiddellijk. Ik ben zelden of nooit gevallen met de fiets, maar op die dag deed Hij mij vallen op een plek waar veel grind lag, zodat m'n ene been onder de schrammen en onder het bloed zat. God strafte dus zo dat ik het niet voor m'n vader verborgen kon houden zodat die ook nog eens zijn wrekende hand naar mij kon uitsteken.

De provider van de site is solcon | Provider met een hart. Die is gewoon open op zondag, ook voor commerciële doeleinden.

Het is dus eigenlijk een boodschap. Maar wel een boodschap met een rare inhoud. Want hoe staat dat met de (dikkere) zaterdagkrant. Zou die ook opzij gelegd worden zaterdagavond om 23.59 uur. Ik kan me daar niet veel bij voorstellen, want daarin vind je ook de meditatie, bij Genesis 6:9 om maar iets te noemen.

Wij hadden vroeger thuis, naast een christelijk dagblad ook enkele christelijke periodieken voor het weekend, De Spiegel, Op den Uitkijk - met schaakrubriek, bordspelletjes mochten wel op zondag - Nederlandse Gedachten. Wel, daar kwam de familie echt niet doorheen op zaterdag, en daarmee werd niet gewacht tot maandag.

Vreemde boodschap dus.

Paus Franciscus waarschuwt ons dat internet als instrument ook door de duivel gehanteerd wordt, maar dat beperkt zich niet tot zondag. En hij ziet ook de zegeningen als hij schrijft La testimonianza cristiana non si fa con il bombardamento di messaggi religiosi, ma con la volontà di donare se stessi agli altri «attraverso la disponibilità.*)
Geen bombardement van boodschappen, maar er zijn voor de ander.

En de EO zendt ook gewoon op zondag uit, met gesprekken over bekeringen en met zingen.

Dat brengt me terug bij mijn tweede kwalificatie: het heeft iets vertederends.
Niks vertederends.
Het is een hele fundamentalistische boodschap.

En als zodanig doet het me nog het meeste denken aan een vader uit een dorp iets verderop. Zijn zoon was voor dienstplicht opgeroepen, en mocht dan op zaterdag naar huis reizen om daar het weekend door te brengen. Op zekere zaterdag ging er iets mis, hij kwam veel te laat met de trein aan, zodat hij de laatste bus vanaf het station nog net kon nemen, waardoor hij iets na middernacht, op zondag dus, bij het ouderlijk huis arriveerde. Maar de vader had inmiddels de deur op slot gedaan, want op zondag mocht er niet gereisd worden.

Dat is geen broodje aap. Ik zou over een andere nakomeling van deze vader een verhaal kunnen vertellen, dat ook met het geloof te maken heeft; maar dat doe ik niet want de uitkomst daarvan was iets gruwelijker.


*) Hij zegt het niet in het NL, maar de Engelse tekst zegt: Effective Christian witness is not about bombarding people with religious messages, but about our willingness to be available to Others.

Monday, February 3, 2014

even een eitje leggen

Het ging over een mens die z'n ei kwijt wilde, en er dus mee rondzeulde ... en z'n neus nogal eens stootte. En toen wierp iemand de vraag op: Mensen met bedachte eieren en gestoten neuzen zijn soms net niet helemaal heel meer, misschien?
Een retorische vraag, meen ik. 't Klinkt ook niet echt als vraag.

Maar wel een vraag die ik meenam. Naar mijn bedje, zoals mij dat met veel existentiële vragen overkomt. Ik heb daar mee geworsteld, zeg maar - da's een ei dat ik dan kwijt moet.

Mijn vader had vroeger kippen, ik heb wel een ren met twintig, dertig van die beesten gezien. Dus ik weet het een en ander van eieren leggen af. Maar een kip die z'n ei niet kwijt kan, daar weet ik niet van. Ik denk dat ze dat, net als wij seks, een beetje achteraf deden, zodat niemand het zag.
Kippen die moeilijk eieren leggen moeten oppassen. Bij ons hing aan de binnenkant van een kastdeur een kalender, en daar schreven mijn zusjes dan het aantal gevonden eieren van die dag op. Ik weet niet precies wat mijn vader met die statistieken deed, maar als kip kan je daar niet blij mee zijn.

Ik heb mijn vader nooit gevraagd of hij nou kon zien welke kippen niet legden, of een moeizame leg hadden. Mijn vader was niet van de moeilijke vragen of vertrouwelijke omgang. Kindervragen moest je maar alleen oplossen, 's nachts in je bed.

Voor hele moeilijke vragen hadden we God. Zoals de dood van mijn moeder.

Van de uitdrukking een kip zonder kop weet ik wel alles.
Ik zal het maar bekennen: ook ik heb ooit zo'n prachtig beest geslacht. Eén keertje maar ... maar toch. En op het platteland ga je met die dingen heel anders om. Dus, nadat ik het beest de kop had afgehakt liet ik haar eerst los, om het effect daarvan te observeren.
Ik kan U verzekeren: voor een jonge knaap is dat een prachtig gezicht.

Maar of je kunt zien dat een kip z'n ei niet kwijt kan: ik zou het niet weten. Doet me denken aan de vraag van Salieri als hij Mozart hoopt te herkennen zonder hem ooit ontmoet te hebben: will his face show?
Zou het een windei opleveren?
Ik denk het niet, dat is meer zoiets als de menselijke natte wind, daar keutel je niet mee rond.

't Zal wel als met meer volkswijsheden zijn: de toepassing vind je vooral in de beeldspraak. Zoiets als ... uuuuhhh ... de wetenschapper en de God waar die in gelooft.
Waarom ik daar nou ineens aan denk weet ik ook niet, maar zo krijgt die retorische vraag wel vlees op het bod.

Kan er iets beschadigd worden?
Wel, ik denk niet dat het ei er kapot van gaat, maar voor de kip zal het op den duur best heel ongezond zijn.
Dus je hebt zo'n idee - God moet in de wetenschappen - en je loopt er mee rond. De promotor - ik bedoel: degene die het idee promoot - zou er natuurlijk last mee kunnen krijgen. 't Lijkt me niet goed voor je reputatie, je kan tegenwoordig zomaar geblacklist worden.
Eén ding weet ik zeker: het eitje zal er niet minder om smaken, of die kip er nou even mee heeft rondgelopen of niet. Dat wordt bepaald door wat je het beest te eten geeft, niet bij het legproces.
Wat het met de idee doet weet ik niet, ongetwijfeld zal dat nog wel eens geaccommodeerd worden.

Nu ik er zo over nadenk ...

God ... het onderwerp van mijn associatie, die zo plotseling, heel toevallig, zonder dat ik er iets aan kon doen, opkwam ... God is natuurlijk de grote verliezer. Want, om dat ei te slijten, om de idee aan de man te brengen moet er water bij de wijn worden gedaan. En als God ergens een broertje dood aan heeft is het wel water bij de wijn.
Van water een hele lekkere wijn op tafel zetten, dat kon Jezus, één van de leden van de Triniteit, heel goed. Ging het verhaal.
Terwijl het dan net zal zijn alsof we hem laten weten: joh, we hebben nou wel gezegd dat die wijn heerlijk was, maar dat meenden we niet zo, dat was meer om jou een plezier te doen.

Dat is eigenlijk niet netjes, toch?
Dat mag je best deloyaal noemen.

Het is gewoon verraad. Ver nadat de haan gekraaid heeft.