Op internet dwalen nogal wat dienaren des woords rond. Sommigen laten zich via Youtube horen, anderen zetten de tekst van hun preken op het net. Ik kijk er wel eens naar, om te zien hoe dat tegenwoordig gaat, om te zien hoe de liturgische praktijk is veranderd van heilige priesterlijke rituelen naar iedereen mag meedoen; zoals in het gedicht Eben Haëzer van Achterberg: ... Mijn vader celebreerde er de mis ... en ... Godsdienst hing zwaar tegen de hanebalken. Wat er teloor is gegaan in de moderniseringsdrang en wat er is opgestaan.
En zo kwam ik, per ongeluk ... ik zocht een tekst die door mijn hoofd spookte: getrouwe God, de heidenen zijn gekomen ... zo kwam ik dus bij dominee C.G. Vreugdenhil terecht, telg uit een vermaard predikantengeslacht. Het betreft hier Gerrit Cornelis.
Hij heeft een preek op internet gezet over psalm 2. Mendelssohn heeft die psalm op muziek gezet: Warum toben die Heiden - en daar luister ik graag naar, doet me aanzienlijk meer deugd.
Maar goed, Vreugdenhil houdt daar een preek over en deelt de kudde aan het begin mee dat [H]oewel boven deze tweede psalm geen opschrift staat en de naam van de dichter hier niet wordt genoemd, behoeven wij toch niet in het onzekere te zijn wie de dichter van deze psalm is. Want uit Handelingen 4 vers 25 weten wij dat David deze psalm heeft gemaakt.
Nee, dominee, dat is bezijden de waarheid. De exegeten vallen er niet over als je deze psalm (en de eerste psalm) meetelt als psalm van David, maar hun onderzoekingen geven anders te denken. Dus het had op z’n minst in de conditionalis moeten staan.
Zou onze predikant graag willen dat alle psalmen van David zijn, zoals ze vroeger, lang geleden dachten?
Zou hij een beetje hebben zitten slapen tijden één van de colleges ... zoals ook de gemeente wel eens in wil dutten als dominee Gods woord niet zo enthousiast brengt als de Heere van hem zou mogen verwachten?
Naar Handelingen verwijzen helpt natuurlijk niet veel. Dat is geschreven in de tijd dat er nog geen exegetisch apparaat was. Dat stamt uit de tijd dat ze allemaal nog dachten dat David alle psalmen had gedicht en op muziek had gezet.
En, hoeveel moeite de bijbelschrijvers zich ook getroost hebben om hun David te verbeelden - een prachtige David, ik geef het grif toe - archeologisch gesproken is er geen spoor van hem in het tijdens de secoli et secoli neergedaalde stof terug te vinden.
Niet dat ik er iets mee te maken heb hoor, ik heb die club allang vaarwel gezegd. Maar, het bloed kruipt waar het niet gaan kan, hé.
Om maar eens een bekend gezegde te parafraseren: je kunt Leonardino wel uit de kerk halen, maar daarmee heb je de kerk nog niet uit Leonardo.
Trouwens, wellicht is het wel een psalm van David. Misschien hadden ze rondom het begin van onze jaartelling nog wel alle oorspronkelijke teksten in hun handen, en kwam het handschrift van het origineel wel degelijk overeen met dat van de psalmen die wel beginnen met een Psalm van David. En dat zijn we door de barbaren van het Imperium Rõmãnum allemaal kwijt geraakt.
Mwah ... buiten is het 39 graden en ik zit me druk te maken over een dominee die wellicht een psalm verkeerd adresseert.
No comments:
Post a Comment