Monday, April 30, 2012

een licht belastend gevoel

caro Smeets, *)

Ik voorantwoordde: een beetje provocatief en wellicht moet ik aan het woord impertinent denken.

Ik zei al dat ik wel weet dat ik niet mag oordelen over de motieven van de zelfmoordenaar, dat ik eigenlijk "niet mag zeggen" dat ik niet geloof in een economisch motief. En nu geeft U mij er ook nog een standje voor, waar ik niet omheen kan. Beetje provocerend.

Ik moet U herinneren aan een argument dat U in onze NRC-discussies met PVV'ers en ander mallotig ongenoegen opwierp: de wolf onder het bed. U verweet die mensen dat ze niet met hun werkelijke motieven voor socialistenhaat en moslimangst naar buiten kwamen. Kijk maar onder het bed, die wolf is er echt niet sprak U ze streng toe.
Wel, deze Griek, onze zelfmoordenaar, was van een klasse dat, als die in de vuilnisbak moest gaan graaien, iedereen in de vuilnisbak moet graaien. Dus die was bang voor Uw beroemde/beruchte wolf onder het bed.
Trouwens, als die klasse moet gaan graaien dan zijn er überhaupt geen vuilnisbakken meer waar iets graaibaars in zit - dan zou hij niet eens aan het graaien toekomen.
Ik bedoel maar: noch het economisch motief, noch het schaamtemotief van de uitzondering een looser te zijn, bestaat.

Volgens mij mag je dan zeggen dat de man misschien wel goed over die kogel in zijn kop heeft nagedacht, maar zijn beweegredenen niet op een rijtje heeft gehad (hoeft van mij nu ook niet meer).

Ooh, die vraag van U naar mijn schaamte - poeh: zal ik het impertinentie noemen of zal ik ... Nou ja, laat ik maar proberen te antwoorden.

Volgens mij zijn er drie soorten schaamte (ik doe nu even net als Augustinus die zeven (7!) verschillende leugens kende - maar in al diens wijsheid was hij natuurlijk veel verder gekomen dan drie).
• je hebt iets eenvoudigs misdaan - geen doodzonde, er zijn geen ongelukken gebeurd - wat je wilt verbergen; en dan komt het uit en het blijkt dat je de waarheid verborgen hebt gehouden, zo niet gejokt hebt. En even komt het schaamrood je op de kaken.
• je hebt iets smerigs gedaan, een misdaad waarmee je mensen in het ongeluk hebt gestort, en, verborgen of niet, je kunt niet meer vluchten voor de vele en willekeurige momenten waarop het schuldgevoel je bespringt. Heeft ook niets met schaamrood te maken. Het is een kleed geworden dat je niet meer af kunt leggen.
• de schaamte van de zgn. zondeval, de schaamte van Adam en Eva. Je ligt lekker aan het naaktstrand, je vrouw heeft appeltjes voor de dorst meegenomen, maar jij zegt: nee lieverd, nu even niet, straks, als we onze kleren weer aan hebben. Misplaatste schaamte want gevoed door misplaatst moralisme. Hiermee verwant acht ik de plaatsvervangende schaamte: je schaamt je omdat een ander iets heeft gedaan of nagelaten, wat in jouw ogen, vanuit jouw moralisme, niet past.

Als ik uitroep: waarom schaamde ik mij? dan ben ik uit de aard van de zaak bezig met deze laatste vorm van schaamte.

Mijn taartschaamte kan ik zonder nadenken een plaats geven: Dat is de plaatsvervangende schaamte. Ik vind dat in een samenleving als de onze geen mensen in vuilnisbakken horen te graaien. Maar het gebeurt.
Daar kan ik niks aan doen: ik heb niks tegen bijstand, en vind het niet erg dat de belasting die ik betaal daardoor hoger is. Wie z'n schuld het wel is, weet ik niet precies, maar ik kan ze met m'n neus aanwijzen.
De samenleving viert Kerst, ik zet een stukje resttaart neer voor een dakloze die geen Kerst heeft, en ik voel mij schuldig. Ik wil hem niet onder ogen komen.

Mijn uienbeltschaamte was iets lastiger op te sporen. Wat is er tegen om op een uienbelt weggegooide uien te rapen als ze nog eetbaar zijn. Die commissionair zou zich moeten schamen. Dus toch plaatsvervangend?
Maar het zou me een lief ding waard zijn geweest als ik er zeker van had kunnen zijn dat zijn zoon, mijn vriendje, zijn huiswerk zat te maken op het moment dat ik daar liep te graaien in de rotzooi van zijn vader. Nee, het vermoeden dat mijn schoolkameraad het wel eens te weten zou kunnen komen - U kent dat wel, een dorp - ik moest er niet aan denken.

We reden op de fiets, op weg van school naar huis, met alle schoolgaande kinderen en zagen een vrouw gebukt over een land gaan waar een dag eerder de aardappelen waren gerooid. Het was de moeder van één van de schooljongens, die naar een maaltje aardappelen zocht op het land van een boer, in de motregen. Armoedzaaister! Die jongen is daar een paar dagen mee gepest.

Dat is het: dat mijn zuster mij naar die uienbelt stuurde, terwijl onze schuur vol eetbare landbouwproducten lag, afkomstig uit de (zeer grote) volkstuin van mijn vader, dat was toch eigenlijk beschamend. En zij was natuurlijk degene die zich moest schamen: dat ze dat een klein kind aandeed, te moeten zoeken op de uienbelt van de vader van een schoolkameraad. Bah ... en toen ging ik me ook nog schamen! Is het niet verschrikkelijk, Smeets?

Er staat een mooi verhaal in De Engel van Amsterdam van Geert Mak. Voor een reportage trekt hij een tijdje op met een zwerver. Terwijl ze op een bankje zitten zien ze een andere zwerver in een afvalbak iets eetbaars zoeken. Zegt Mak z’n zwerver: moet je kijken die stumper, die moet nu al uit vuilnisbakken eten.
U ziet, waardeoordelen vind je op de vreemdste plaatsen.

Ik heb wel al heel lang een praktisch argument voor dit soort dingen.
Eigenlijk moet je natuurlijk al je bezittingen weggeven totdat je even arm bent - of je even rijk en gelukkig voelt - als die arme vuilnisbakkengraaier. Maar dan heb je een probleem. Want als je dat bij één zwerver doet, moet je het natuurlijk bij alle zwervers doen. En dat kan ik niet betalen. Maar als ik het maar bij een of twee doe, dan zit ik behoorlijk fout. Stel, ik ontmoet een arme Jood, en ik geef hem wat. En even later ontmoet ik een nog armere zwarte man, en ik heb niks meer om te geven - dan ben ik toch mooi aan het discrimineren. En ik moet al helemaal niet aan het omgekeerde denken: eerst die zwarte en dan die Jood - dan zou ik me ook nog antisemiet moeten voelen.
Dus hou ik mijn centen maar in mijn eigen zak.

tanti saluti, Leonardo

*) Deze post is een mogelijk antwoord op een comment van G.J. Smeets onder zware belastingen.

2 comments:

G.J. Smeets said...

Om meteen uw vraag over de zus te beantwoorden: ja, Karman, het is verschrikkelijk, zo'n zus die je een uienbelt opjaagt. Het is een schande dat er geen deugdelijke zussen-controle is ten behoeve van broertjes.

Uw verhelderende uitleg over schaamte heb ik met lering & vermaak ontvangen. Blijft staan de vraag: wat trof u in de berichtgeving over een Grieks suïcide-geval om in uw blogpost daarover te eindigen met uw eigen schaamte-huishouding? Ik zie de link het verband de associatie niet. U verneemt over een Griek en begint over uw schaamte. What's up brother?

Cordiali saluti

Leonardo said...

tja Smeets, wat zal ik zeggen? Associaties komen (en gaan gelukkig ook weer).
Ik schreef iets op over een Griek die zichzelf in de kop schoot - de reactie van de geausteriteerde samenleving om hem heen fascineerde mij. En toen moest ik ineens aan kersttaarten en uienbelten denken. Ik kan er verder ook niks aan doen.
Dat ik U dat verder niet uit kan (wil?) leggen vind ik jammer, maar ik ga me daarvoor nu niet in een hoekje zitten schamen.
PS verdomd Smeets, of de duvel er mee speelt. Komt zojuist, nou ja, een paar uurtjes geleden, mijn Italiaanse buurvrouw een stukje resttaart brengen. Ze heeft lekker gesmikkeld met haar familie, en ze had speciaal voor mij een stukje apart gelegd. Lief mens, toch? Ho fatto io roept ze trots. Ze heeft het niet op mijn vuilnisbak gezet (die buiten stond, morgen komt de ophaal) maar kwam het mij in de keuken brengen, ik was druk bezig met de voorbereidingen voor het maal van de dag van de arbeid.