Het ging over een mens die z'n ei kwijt wilde, en er dus mee rondzeulde ... en z'n neus nogal eens stootte. En toen wierp iemand de vraag op: Mensen met bedachte eieren en gestoten neuzen zijn soms net niet helemaal heel meer, misschien?
Een retorische vraag, meen ik. 't Klinkt ook niet echt als vraag.
Maar wel een vraag die ik meenam. Naar mijn bedje, zoals mij dat met veel existentiële vragen overkomt. Ik heb daar mee geworsteld, zeg maar - da's een ei dat ik dan kwijt moet.
Mijn vader had vroeger kippen, ik heb wel een ren met twintig, dertig van die beesten gezien. Dus ik weet het een en ander van eieren leggen af. Maar een kip die z'n ei niet kwijt kan, daar weet ik niet van. Ik denk dat ze dat, net als wij seks, een beetje achteraf deden, zodat niemand het zag.
Kippen die moeilijk eieren leggen moeten oppassen. Bij ons hing aan de binnenkant van een kastdeur een kalender, en daar schreven mijn zusjes dan het aantal gevonden eieren van die dag op. Ik weet niet precies wat mijn vader met die statistieken deed, maar als kip kan je daar niet blij mee zijn.
Ik heb mijn vader nooit gevraagd of hij nou kon zien welke kippen niet legden, of een moeizame leg hadden. Mijn vader was niet van de moeilijke vragen of vertrouwelijke omgang. Kindervragen moest je maar alleen oplossen, 's nachts in je bed.
Voor hele moeilijke vragen hadden we God. Zoals de dood van mijn moeder.
Van de uitdrukking een kip zonder kop weet ik wel alles.
Ik zal het maar bekennen: ook ik heb ooit zo'n prachtig beest geslacht. Eén keertje maar ... maar toch. En op het platteland ga je met die dingen heel anders om. Dus, nadat ik het beest de kop had afgehakt liet ik haar eerst los, om het effect daarvan te observeren.
Ik kan U verzekeren: voor een jonge knaap is dat een prachtig gezicht.
Maar of je kunt zien dat een kip z'n ei niet kwijt kan: ik zou het niet weten. Doet me denken aan de vraag van Salieri als hij Mozart hoopt te herkennen zonder hem ooit ontmoet te hebben: will his face show?
Zou het een windei opleveren?
Ik denk het niet, dat is meer zoiets als de menselijke natte wind, daar keutel je niet mee rond.
't Zal wel als met meer volkswijsheden zijn: de toepassing vind je vooral in de beeldspraak. Zoiets als ... uuuuhhh ... de wetenschapper en de God waar die in gelooft.
Waarom ik daar nou ineens aan denk weet ik ook niet, maar zo krijgt die retorische vraag wel vlees op het bod.
Kan er iets beschadigd worden?
Wel, ik denk niet dat het ei er kapot van gaat, maar voor de kip zal het op den duur best heel ongezond zijn.
Dus je hebt zo'n idee - God moet in de wetenschappen - en je loopt er mee rond. De promotor - ik bedoel: degene die het idee promoot - zou er natuurlijk last mee kunnen krijgen. 't Lijkt me niet goed voor je reputatie, je kan tegenwoordig zomaar geblacklist worden.
Eén ding weet ik zeker: het eitje zal er niet minder om smaken, of die kip er nou even mee heeft rondgelopen of niet. Dat wordt bepaald door wat je het beest te eten geeft, niet bij het legproces.
Wat het met de idee doet weet ik niet, ongetwijfeld zal dat nog wel eens geaccommodeerd worden.
Nu ik er zo over nadenk ...
God ... het onderwerp van mijn associatie, die zo plotseling, heel toevallig, zonder dat ik er iets aan kon doen, opkwam ... God is natuurlijk de grote verliezer. Want, om dat ei te slijten, om de idee aan de man te brengen moet er water bij de wijn worden gedaan. En als God ergens een broertje dood aan heeft is het wel water bij de wijn.
Van water een hele lekkere wijn op tafel zetten, dat kon Jezus, één van de leden van de Triniteit, heel goed. Ging het verhaal.
Terwijl het dan net zal zijn alsof we hem laten weten: joh, we hebben nou wel gezegd dat die wijn heerlijk was, maar dat meenden we niet zo, dat was meer om jou een plezier te doen.
Dat is eigenlijk niet netjes, toch?
Dat mag je best deloyaal noemen.
Het is gewoon verraad. Ver nadat de haan gekraaid heeft.
No comments:
Post a Comment