Sunday, May 28, 2017

de agnostische positie is een onhoudbare positie (hrz)

Richard Dawkins, de meest prominente Christenjager sinds Paulus, zei het onlangs nog, in een discussie met de Anglicaanse bisschop Williams: I do. Williams vroeg: why don’t you call yourself agnostic.
Dawkins zei dat hij een schaal heeft die loopt van 0 tot 7, van zeker weten dat God bestaat tot zeker weten dat er geen God is, en daar plaatst hij zichzelf rechts, ver van het midden.
Hoe kan hij dat beweren?
Hoe kunnen anderen met stelligheid beweren: ik ben een agnost.

Er zijn theisten en er zijn atheïsten.
En dan zijn er ook nog mensen die zich agnost noemen.
Agnost bedoel ik hier in de zin van: no one ought to have a positive belief for or against the divine existence. Zoals het ook wel aangeduid wordt: de mens kan geen kennis hebben van zaken die boven zijn orde uitstijgen.

Eerst een analogie.
Chomsky, ik doel hier op de linguïst, is beroemd geworden doordat hij een nieuw fundament gelegd heeft voor linguistics.
Voor zover dat fundament niet in de armstoel is ontstaan, is vanuit de leunstoel wel een belangrijke bouwsteen aan dit gebouw toegevoegd, een hoeksteen zeg maar. In een artikel, geschreven samen met Hauser en Fitch, The Faculty of Language, wordt een soort van printkaart gedefinieerd die zich in onze hersens bevindt. De faculty of language wordt in de broad sense gezien (FLB) en in de narrow sense (FLN). Dat wordt in een schema getekend waarvan het onderschrift luidt: ... FLB includes sensory-motor, conceptual-intentional, and other possible systems [...] FLN includes the core grammatical computations ...
Printkaart is mijn metafoor, motor is hun metafoor, maar sensory en systems en computations komt heel erg in de buurt van genormaliseerd taalgebruik als we het over de hersenen hebben.
Er is geen spoor van hard bewijs voor de theorie van Chomsky, maar een knappe man die het paradigma weet te verschuiven. De schrijver Tom Wolfe heeft het geprobeerd, maar is van een koude kermis thuisgekomen.

Mijn idee is dat je de theorie van Chomsky ook kunt gebruiken voor God. De homo sapiens heeft in zijn lange bestaan, in de grot én zonder Verlichting (let op de kapitaal) zoveel angsten gekend en is zo onzeker geweest dat hij zich een God heeft aangemeten om dat te bezweren. Daar is dus minstens 200.000 jaar overheen gegaan. Aangenomen mag worden dat dat als instinctieve zekerheid in het limbische systeem moet zijn verankerd (en als reptielen een godsbeeld hebben is het nog veel ouder en ligt het nog dieper).
Een soortgelijke printkaart. Omdat daar geen motortje voor nodig is en geen subsystemen, is dat ook nog wel aannemelijker te maken dan het FLB/FLN complex.

Chomsky heeft daarmee afgerekend. Op de vraag of hij iets kan zeggen over het concept God is zijn antwoord: I don’t think there’s any reason to suspect that there’s any validity to any such notion.
Of de vraag: is there consciousness after death? Chomsky, heel beslist: it’s finished, that’s the end!
Chomsky, die toch weet heeft van printplaatjes in z’n hoofd, heeft deze heel bewust uitgeschakeld.
De ware atheïst.

Hoe kan Dawkins over God praten? Doet hij dat omdat hij dit woord aangereikt krijgt door anderen? Als dat zo is, hoe kan hij er dan tegen vechten; hij weet immers niet hoe het in dat hoofd van die ander terecht is gekomen.

Laten we nu God eens ontdoen van alle poespas.
Er zijn goden in alle soorten en maten. De zeer menselijke goden van de Grieken en de Romeinen. De Grote Manitou van de Indianen die een beetje op de bijbelse Yahweh lijkt. En de sophisticated God van de Joods-Christelijke worteltjes. Daar horen vereringen bij, rites ... kortom: godsdienst.
Volgens mij wordt er niet gerefereerd aan dit soort godsbeelden door het agnosticisme.
De hogere orde van de agnosten is wat vroeger ook wel genoemd werd: de eerste beweger.
Volgens mij bedoelen agnosten te zeggen: ik kan niets zeggen over een eerste beweger.

Dat is om een paar redenen een vreemde stellingname. Hoogst merkwaardig, mag ik wel zeggen.

Wetenschappers die zich agnost noemen, hebben ook een paar geloven.
Allereerst “weten” ze dat de natuurwetten in het hele universum gelden.
Daarnaast "weten" ze dat alles begon met de big bang en dat er daarvoor niets was (al moet ik zeggen: er komen scheurtjes in dat bouwwerk).

Wetenschappers kunnen niet met eeuwigheid en oneindigheid overweg, dus tijd en ruimte voor de big bang zijn dan van hun dimensies ontdaan, (heel) beperkt maar zonder grens. Stephen Hawking vergelijkt het met de aarde waarover je alsmaar rondjes kunt triatlonnen zonder dat je eraf valt.
In de loop der tijden zijn de grenzen van het waarneembare heelal behoorlijk verlegd. Toch zien we nooit iets anders dan sterrenstelsels, die zich gedragen als reeds eerder geziene sterrenstelsels. Niks nieuws boven de zon. Waarom zouden we dan zeggen: of er andere dingen zijn, ik weet het niet.

De musicus John Eliot Gardiner is wetenschapper én een gelovig mens. Sinds hij zich met de muziek van Bach bezig houdt, de componist van de Music in the Castle of Heaven is zijn geloof toegenomen, sterker geworden.
Als Gardiner even geen muziek maakt staat hij op zijn boerderij. Ik denk dat hij voor gek verklaard zou worden als hij, staande in de opening van zijn stal zou zeggen: zoor zover ik weet heb ik alleen maar koeien, of ik ook paarden heb daar kan ik niks over zeggen, maar ik zie ze niet.

De Nederlandse theoloog Kuitert zei: alle spreken over boven komt van beneden.
Hoe weet hij dat?
Als de eerste beweger van een hogere orde is, waarom zou hij ons dan niets in onze hersenpan kunnen stoppen.
We geloven tegenwoordig ook dat we een informatiesysteem zijn. De vigerende materialistische deterministische visie is: wij zijn een computer. Daar past het FLB/FLN systeem van Chomsky c.s. met zijn subsystems en sensory-motor uitstekend in.
Welnu, daar is de eerste beweger, onze hogere orde. Als programmeur van dat wat we zijn: willoze computers.

Ik zeg niet dat ik erin geloof. Maar als je een hogere orde voor mogelijk houdt, als je de bestaanbaarheid ervan erkent, en dat doe je als agnost, dan kun je nooit meer zeggen: het bestaat niet. Daarmee is de grote influisteraar een realiteit. En dat betekent dat er allerlei mensen op aarde rond kunnen lopen, die weet hebben van de zondeval, die weten dat ze met hun gezicht naar het Oosten moeten bidden, en van de Zoon van God en van een leven na de dood.
Als je, als agnost, voor mogelijk houdt dat er een hogere orde is, maar, zodra je geconfronteerd wordt met die hogere orde - lees: inblazingen van de Heilige Geest met Pinksteren - bij verder heel verstandige mensen, en je gaat ontkennen dat dat bestaat, ofwel: eerst tastbaar bewijs op niveau van je eigen orde wilt zien van die hogere orde voordat je aanvaardt, dan ben je niet erg consequent bezig. Terwijl er allerlei mensen op aarde rond lopen, die weet hebben van de zondeval, die weten dat ze met hun gezicht naar het Oosten moeten bidden, en van de Zoon van God en van een leven na de dood.

Dawkins en de agnosten, zouden daarom moeten zeggen: het klopt, er zit iets in mijn kop, er wordt mij over verteld en ik heb er beeld bij.

Je kunt die printkaart in je hoofd uitschakelen, bewust of onbewust.
Chomsky heeft dat gedaan. Ik heb dat gedaan.
Ik ken heel wat mensen die er geen last van hebben. Als ik ze vraag naar God, dan zijn ze heel stellig: nee hoor, die bestaat niet.

Of je houdt die hogere orde voor mogelijk, welke vorm die ook heeft: de theist.
Je kunt dan aan godsdienst doen.
Of je kunt er lippendienst aan bewijzen. Dawkins: I do!

Ik zou die man, zeker Dawkins met zo’n conduitestaat, ernstig in overweging willen geven: neem Pascal’s wager ter harte. Want al die informatiesysteempjes die er op de aardbodem rondlopen hebben het vast niet van een vreemde, die zijn ingefluisterd dat de hel uit 9 kringen bestaat met daaronder een gat dat gelijk bodem is voor de ergste gevallen.
Zoals daar zijn Lucifer, Judas ... en kruisvaarders tegen het kruis.

No comments: