Friday, January 10, 2025

nogmaals: another abolitionist movement, de bevrijding van religie

Mijn vorige post ging over enkele atheïstische voormannen, waaronder Richard Dawkins, de vlagdragende protagonist van het atheïsme. Ze waren nogal gepikeerd over de weigering van een commentaar van één van hen (Coyne) op een tekst die onder de vlag van deze atheïstische beweging, de Freedom For Religion Foundation, de LGBTQ+ wokeness propageerde. Weigering … het was eerst geplaatst, maar onder druk van boze en “verdrietige” LGBTQ’ers weer van hun website verwijderd. Ofwel, het had er alle schijn van dat LGBTQ de macht had overgenomen en de nieuwe doelstelling was geworden. Dat maakte de maat vol voor de heren.

Je zou je af kunnen vragen: hebben deze intellectuele zwaargewichten wel goed nagedacht, hadden ze überhaupt wel in die honorary board moeten gaan zitten. Want, wat vermelden deze lieden aan het begin van hun introductie, hun preambule zeg maar?
The history of Western civilization shows us that most social and moral progress has been brought about by persons free from religion.
Waarbij, onder meer, als voorbeeld wordt genoemd the first to call for an end to slavery.
Wel, daar hadden deze heren, die de waarheid zo hoog in het vaandel hebben, wel hun bedenkingen bij mogen hebben. Bij mij gingen in ieder geval wat bellen rinkelen. De kerk heeft, als organisatie, wellicht veel kwaad gedaan, maar onder de gelovigen had je toch heel wat mensen die Jezus en zijn opvattingen zeer serieus namen, en daarmee de wereld een endje vooruit hielpen.

Ik heb het even gecheckt voor de afschaffing van de slavernij.
In Frankrijk is het begonnen met Bathilda, vrouw van Clovis II, die weliswaar alleen maar het welzijn van Christenslaven op het oog had (volgens wiki dan) maar toch. Zij wordt vereerd in de Katholieke kerk en is heilig verklaard.
In Engeland had James Oglethorpe een belangrijk aandeel in het ontwikkelen en verspreiden van het abolitionistische gedachtengoed. Deze man is door zijn ouders ter doop in de kerk gebracht.
In de Verenigde Staten was het Benjamin Franklin, een man die door zijn ouders voorgehouden werd een loopbaan in de dienst van God te volgen.

En dan heb ik het nog niet over de gedachte dat kunst ons verheft en dat je de kerk toch wel als initiator, opdrachtgever en schatkamer van de prachtigste verbeeldingen van de werkelijkheid mag zien. Kortom, een flauwekul preambule.

Voor Dawkins had deze ontwikkeling nog een vervelend staartje. Hij was nu doelwit geworden van de LGBTQ community – zijn opstappen had hem in het anti LGBTQ-kamp gebracht - terwijl verder conservatieve wereldse, maar ook Christelijke groeperingen vonden dat hij LGBTQ propageerde. Sterker, door zijn atheistische kruistocht had hij de mens een warm plekje voor God in het lijf ontnomen, maar aldus meegewerkt aan het ontwikkelen van een LGBTQ-spot in dat door God verlaten warme plekje.
De logica hiervan ontging Dawkins – mij ook, moet ik zeggen – en hij schreef een apologie en publiceerde die ook (in THE SPECTATOR), waarin hij nogmaals afrekende met de oorsprong van het geloof en het denken in Joods Christelijke worteltjes, en soortgelijke termen – de hem aangewreven Great Christian Revival bijvoorbeeld.

Het werd een categorische afwijzing van the myth of the God-shaped hole. Dat is de mythe dat God zichzelf een plaats heeft geschapen ergens in het binnenste van een mens, het hart of de hersenpan. En dat je als rechtmatige bezitter van die plaats God daarin kunt toelaten, maar dat God ook uit eigen initiatief die plaats kan bezetten. Niets of niemand anders mag die plaats bezetten!
Coyne, zijn medestrijder versterkte dat, als een soort roeptoeter, door de tekst daarvan over te nemen op zijn blog WHY EVOLUTION IS TRUE.

Dawkins moet dat als het zoveelste bewijs van onverstand van gelovigen zien. Voor Coyne moet het welhaast heiligschennis van de Evoltietheorie (jaja, met kapitaal) zijn: iets wat je materieel niet kunt aanwijzen, ook niet middels de paleontologie als artefact uit een ver verleden.
Ik sta wat dat betreft diametraal tegenover deze “opvatting” van beide mannen.

Laten we voorop stellen: God bestaat. God bestaat zoals er metafysisch denken bestaat, beoefend door grotere geesten dan ik. Zoals de Idee van Plato geaccepteerd wordt. En hij zit inderdaad in de harten en hoofden van mensen, en is zichtbaar aanwezig: materieel in architectuur en in kunst, immaterieel in de mores van alle dag.

Persoonlijk zou ik zeggen: hij zit in het hoofd, in de hersenpan. Opgeborgen in wat ook wel het reptielenbrein genoemd wordt, daar waar onze meest primitieve instincten hun oorsprong vinden. Zal zich wel bovenin de hersenstam bevinden.
Lang geleden – qua tijdstip dichter bij de eerste homo sapiens dan bij de moderne mens – heeft de mens zijn existentiële angsten gekend, voortkomend uit leed: ongelukken, rampen. Onbegrepen knallen voor je hersens van de werkelijkheid. Ik denk dat het heel lang geduurd heeft voordat hij geleerd heeft daarmee te leven.
Maar, die bange, onzekere mens moet ook gekend hebben dat wat wij nu zegeningen noemen. Ook onbegrepen. En ook daarmee heeft hij geleerd om te gaan, geleerd die vreugdevol te accepteren. En zo hebben angst en hoop zich ontwikkeld. En die angst betrof het boze, en die hoop betrof het goede.
Zo verklaar ik het ontstaan van de godenwereld. Vol met boze en met goede Goden, zoals bij de Grieken. Of, monotheïstisch, één Almachtige, en één Satan, die de kont tegen de krib gegooid heeft, zoals onder het Christendom.
En in het westen heeft dat niet geleid tot een Great Christian Revival – iets dat dan steeds opnieuw plaats zou moeten vinden – maar tot een redelijk logisch in elkaar stekende moraal, die niet altijd consequent wordt toegepast (het moet gezegd worden) gebaseerd op aanwijzingen van Mozes en Paulus – nee, niet Jezus! – om maar de meest prominente regelgevers te noemen.

Dat is geworden wat ik een printplaat noem. Geen shaped hole, maar een stukje functioneel weefsel. Ouderwetse benaming, nu zouden ze het een integrated chip noemen. Maar ik benoem het ouderwets omdat het, veel dieper in de tijd dan sinds mensenheugenis, is ingebed in onze instincten.
Dawkins stelt daar dit tegenover: If I am to profess a faith here, it is a faith in human intelligence strong enough to doubt the existence of a God-shaped hole. Ik ben het niet alleen niet met hem eens, ik vind het zelfs naïef om dat te denken.

Coyne, Dawkins en ook Pinker. Vaandeldragers van het atheïsme. Zouden ze ook protagonisten zijn van de gedachte dat het beetje goeds wat deze wereld in menselijk opzicht geboden heeft en nog te bieden heeft uitsluitend en alleen kan gebeuren omdat er mensen rondlopen die God als een wolf in schaapskleren herkennen?

Deus homini lupus est?
Maar de Fransen zingen: Des ténèbres a jailli la lumière





No comments: