Saturday, May 3, 2025

een gordiaanse knoop

Leonard Ornstein, een Nederlandse journalist, kreeg in Trouw ruimte om te protesteren tegen een columnist van die krant, Jamal Ouariachi, die in zijn meest recente column had gemeld dat hij dit jaar niet aan de dodenherdenking kon doen, en ook niet aan de bevrijdingsdag, wegens de moord op het Palestijnse volk. Ouariachi was niet mis te verstaan.
Ornstein, die zijn stuk probeerde te verpakken als een redelijke behandeling van het probleem en Ouariachi aan het slot uitnodigde om moed te tonen en mee te doen, was ook niet mis te verstaan. Hij verweet Ouariachi wat hij zelf ook deed: vol op het orgel.
Ouariachi heeft (nog) niet geantwoord, maar duidelijk is wel dat Ornstein niet “luistert” naar de argumenten van Ouariachi.

Floor Rusman, NRC columniste, signaleert vandaag iets soortgelijks, bij een discussie onder de kop WEL OF GEEN AANDACHT VOOR GAZA OP 4 MEI? Ze behandelt reacties daarop van rabbijn Yanki Jacobs, blogger voor the Times of Israel, Chanom Hertzberger voorzitter Centraal Joods Overleg, en van Theodoor Holman, de publicist. En het gaat op dezelfde manier als Ornstein tegen Ouariachi.
Rusman geeft daaraan een naam: betrekkingswaan. Ze bedoelt: deze mensen redeneren vanuit een bepaald kader, dat referentiekader zit ze niet alleen lekker om de ziel, maar ze vinden dat iedereen vanuit dat kader moet redeneren. En als je vanuit dat kader reageert dan kun je niet anders dan tot de slotsom komen dat Gaza niet in de dodenherdenking past (en ook niet de dag er na, het bevrijdingsfeest). En als je dan toch anders reageert, dan is dat geen inhoudelijke reactie. Nee, het is provoceren, politiseren, de samenleving splijten. En ja, ook het woord “kwetsend” werd maar weer eens opgehaald, door Holman, die ongenadig hard reageert.
Referentiekader.
Betrekkingswaan.

De column van Rusman is zeer de moeite van het lezen waard. Ik volsta hier met een paar rillingen die mij over de rug gaan bij deze dodenherdenking – en de viering daaropvolgend van de bevrijding.

Eén van de argumenten is: de dodenherdenking is uitsluitend voor en van de Nederlanders. Wel, daar heb ik al heel lang onaangename gevoelens bij: van een speciaal soort Nederlanders dan. De Joodse Nederlanders. Als er iemand wil nadenken over de functie van de dodenherdenking dan komen er onmiddellijk een aantal Joodse Nederlanders in het geweer, hoeven niet steeds dezelfde te zijn, die niet eens gaan discussiëren, maar onmiddellijk roepen: veto! Wat ze daarmee bedoelen, laat ik nu maar eens een oordeel hebben over andermans referentiekader: de dodenherdenking moet vooral gaan over Joden, het overgrote merendeel van de slachtoffers was immers slachtoffer vanwege hun Joodse afkomst.

Hoe lang is het nu geleden dat we erover dachten om de Duitse ambassadeur uit te nodigen bij de kranslegging op de Dam. Het lijkt zo lang, maar, met het oog op het referentiekader, ook nog alsof het de dag van gisteren was. We spreken anno 2010.
Er was daarvoor een meerderheid onder de Nederlandse bevolking.
De Joodse Nederlanders waren faliekant tegen, en lieten dat weten. Het ging niet door.
Anno 2024 was het mogelijk dat een prominent lid van de PVV uitgenodigd werd om een krans te leggen. Akkoord, in de hoedanigheid van … maar toch ook de man die, godbetert, het woord kopvoddentaks heeft bedacht. Begrijpelijk wel dat Ornstein c.s. dat niet erg vinden, want de PVV vindt ook dat er geen Palestijn hoort te wonen aan deze kant van the river.
Wat die Palestijnen betreft, Rusman had de week daarvoor haar column gewijd aan medeplichtigheid, en in dat referentiekader benoemde ze de medeplichtigheid van gewone Palestijnen aan de misdaden tegen Israël, omdat ze niet in opstand komen tegen het Hamasbewind. En Rusman besluit dat dat onzin is, want de gewone Palestijn heeft geen enkel machtsmiddel.
In dat verband is het opmerkelijk te noemen dat Ornstein de excuses van Halsema aan het referentiekader toevoegt.

Die excuses van Halsema, daar is ook wel wat over te zeggen.
Namens wie heeft Halsema die excuses uitgesproken, als wiens plaatsvervanger?
De Palestijnen kun je niet kwalijk nemen dat ze niet in verzet komen tegen het Hamasbewind. Kun je een Amsterdamse ambtenaar wel kwalijk nemen dat hij “trouw” naar zijn werk ging na 10 mei 1940, nadat de Koniklijke familie en de regering er vandoor was gegeaan naar Londen en Canada, na het bombardement van Rotterdam, na de Februaristaking, waarbij negen doden vielen.
Dus Halsema biedt excuses aan voor mensen die met angst en beven naar hun werk gingen en ’s nachts door buikpijn de slaap niet konden vatten – om nog maar eens een zeer denkbaar referentiekader te noemen. Geen argument natuurlijk, als je een moreel hoogstaand referentiekader tot je beschikking hebt … maar toch.

Het blijft een Gordiaanse knoop, die Palestijnse zaak én de verhouding daarvan tot het herdenken van slachtoffers van een specifieke oorlog. Maar het is geen knoop, en je hoeft er geen hersenkronkel voor te hebben om te begrijpen dat die Palestijnen ook slachtoffer zijn van de Tweede Wereldoorlog. En niet zo’n klein beetje ook.
En, zoals Chomsky - hij was het die het, in samenspraak met Ilan Pappé, een gordiaanse knoop noemde - ooit opmerkte: de rechtvaardige, de enig juiste oplossing, nl. de Palestijnen recht doen en het hun afgenomen land en bezit teruggeven, is ondenkbaar.

Ik vrees dat zulke gedachten aan Ornstein en Jacobs en Hertzberger en Holman niet besteed zijn.

Misschien dat we die knoop van Chomsky ook anders kunnen benoemen: als Palestijnen tegen het Hamasbewind protesteren worden ze door de beulen van Hamas doodgeslagen, en als de Palestijnen niets tegen dat bewind ondernemen worden ze door de IDF soldaten, met behulp van die o zo democratische United States of America, doodgeslagen.

Het is oorlog, en je voelt je eenzaam en koud … én de wanhoop … en je enige troost is dat ze later nog wel eens aan je zullen denken, wie weet.

---
Ik zie harnassen blinken
en niemand is met mij


Zingt een tekst uit de vaderlandse liederenbundel over zo’n periode.



No comments: