Die vraag heb ik niet zelf bedacht. De vraag lijkt me ook niet zo belangrijk om te beantwoorden. Persoonlijk zou ik liever begrijpen waarom er een wet is die ons verbiedt seks te hebben met, ik noem maar een dier, ezels (wet van 4 maart 2010, een initiatief van de PvdA'er Waalkens).
De vraag in de titel van deze post wordt gesteld door de Universiteit van Nederland ter inleiding van een college over de evolutie. Roy Erkens, evolutiebioloog, komt met een bloemstukje het podium op en begint aldus een verhandeling over de veelsoortigheid van leven.
Ik kan die vraag ook wel zonder dat ruikertje beantwoorden.
De man heeft een boor. Hij kan daarmee naar een eikenboom gaan, er een gat in boren, een beetje lubricant erin en hup, klaar komt Kees.
Een vrouw kan naar een eikenboom gaan, een haar passende tak uitzoeken, een beetje bijvijlen zodat ie wel prikkelt maar niet prikt, een beetje silicone er omheen - ze kan de tak nog even in de mond nemen zoals je wel met dildo's ziet op pornografische "afbeeldingen van de werkelijkheid" die de zinnen moeten prikkelen - en hup, klaar komt Mien.
Maar dat is natuurlijk geen seks.
Let wel, ik weet er ook niet alles van. Eigenlijk weet ik er maar een heel klein beetje vanaf - zoveel wordt mij wel duidelijk nu ik er zo over zit te schrijven.
Maar, seks lijkt me meer een bezigheid van mens tot mens: vrouwen of mannen onderling, of in de meersoortige combinatie van man/vrouw, en zowel in paartjes als in grotere groepen.
Seks met een eikenboom - het moet natuurlijk zijn: seks in een eikenboom, ofwel masturbatie ... en dat is natuurlijk geen seks. Nou ja, het is de liefde bedrijven met de enige van wie je echt houdt, om het maar iets duidelijker neer te zetten dan Woody Allen.
Wat mij wel een interessante vraag lijkt: had het een uitkomst kunnen zijn van een evolutieproces, seks met een eikenboom?
Ook die vraag kan ik wel zonder een bloemetje in mijn handen beantwoorden. We doen daartoe een stapje terug in de tijd, richting homo erectus.
Je kunt je voorstellen dat er door één of andere natuurlijke oorzaak, glijdend proces of catastrofe, op enig moment een tekort aan vrouwen is. Dat is uiteraard een masculien begrip, vrouwen zullen het een overschot aan mannen noemen, maar evolutionair zal het resultaat hetzelfde zijn.
De overtollige mannetjes hebben geen zin om een vroegtijdige dood te sterven in gevechten met de echte stieren in de kudde. Maar, ze hebben natuurlijk wel die behoefte, ook wel drift genoemd, en zoeken naar een andere manier om tot ontlading te komen. Ze zien een specht een eik bekloppen. Eccola, daar is de oplossing.
Nu is de eik altijd een heilige boom geweest, dus het is na enige tijd niet alleen zo dat de mannetjes het een goed idee vinden om aldus het lijfelijke contact met de goddelijke natuur te onderhouden, maar die heiligheid maakt dat de boom het ook een goed idee vindt. En de specht ziet dat zijn arbeid meer nut afwerpt dan in den beginne. Wat maakt dat de eiken er florissanter gaan uitzien, de spechten er plezier in krijgen en zelfs de stieren van de kudde het voortaan op de eikenboom doen.
Nu hebben de vrouwtjes een probleem. Maar dat is alras opgelost. Niet zodra heeft een mannetje een eik verlaten of het vrouwtje klimt in de boom en eigent zich het zaad toe.
Wat zien we zo'n 300.000 jaar later? Mannetjes en vrouwtjes zijn gewoon man en vrouw geworden zoals we ze nu kennen. Ze selecteren elkaar nog steeds op basis van kenmerken, die we ook nu nog niet begrijpen, maar die door Molly Bloom in de Penelope episode van Ulysses samengevat worden in die verschrikkelijk lange zin Yes [...] yes I said yes I will Yes. Alleen, ze doen het nu met tussenkomst van de gedomesticeerde specht en een eikenboom.
De wereld en haar mores zien er daardoor een beetje anders uit.
De eikenbossen zijn niet verdwenen, en zullen niet verdwijnen. Ze zijn heiliger dan de koeien in India.
De volkswijsheid eerst het kot en dan het varken luidt nu eerst een specht en dan de eik.
Het verhaal van Onan heeft geen repertoire gehouden, is eigenlijk nooit verzonnen. Een bliksem in een eik is weliswaar veel meer denkbaar dan een bliksem in het zand, maar God kan niet meer weten of de man nu bezig is met een het ruggenmerg verwekende bezigheid of met voortplanting.
De wereld is (nu nog) niet zo overbevolkt. De ontwikkeling van de mensensoort verloopt opvallend parallel aan die van het eikenbos en derzelver biotoop.
Vreemdgaan is een onbekend fenomeen ... al moet ik er nog eens goed over nadenken waarom eigenlijk.
Waar we godzijdank van zijn verlost is het porno-industriële complex en haar zo welig tierende biotoop, die veelvormigheid van pornografische nabootsingen van de werkelijkheid. Ik kan me tenminste niets zinnenprikkelends voorstellen bij een plaatje van een man die een boom omarmt en met zijn handen steun zoekt bij een paar stevige knoesten.
No comments:
Post a Comment